3 km extra houtkanten langs fietsweg ‘Groen Spoor’ in de Getevallei, dankzij de oproep houtkanten
20 oktober 2023
Door de Getevallei in Vlaams Brabant loopt een voormalige spoorlijn die nu een fietsweg is: het Groene Spoor. Je wandelt en fietst er tussen graslanden, poelen en bossen, omringd door bijzondere fauna en flora. De gemeenten Geetbets, Linter en Zoutleeuw planten samen 3 km extra houtkanten aan langs het Groene Spoor. Het doel? Meer biodiversiteit, het leefgebied uitbreiden voor tal van vleermuissoorten en de zeldzame levendbarende hagedis en koolstofopslag in de houtkanten. Met als kers op de taart een nog fijnere beleving voor de fietsers en wandelaars.
De gemeenten Geetbets, Linter en Zoutleeuw dienden elk een project in na onze eerste oproep houtkanten van december 2022. Daardoor kunnen ze in totaal rekenen op ruim 26.000 euro subsidies om de nieuwe houtkanten aan te planten en te onderhouden. Schepenen Andy Vandevelde uit Linter, Raf Lambeets uit Zoutleeuw en Roland Strouven uit Geetbets vertellen over hun plannen en hoe het allemaal in zijn werk gaat. We hopen je hiermee te inspireren voor de tweede oproep houtkanten die loopt tot half maart 2024.
Waarom dienden jullie een project in voor de oproep houtkanten?
Andy Vandevelde, schepen in Linter: In de Getestreek loopt een Strategisch Project, ‘OnverGETElijk!’. Binnen dat project werken 5 Getegemeenten, de provincie Vlaams-Brabant en Regionaal Landschap Zuid-Hageland samen aan een visie op het Groene Spoor: de voormalige spoorweg, die nu een fietssnelweg is. Een eerste actie om die fietssnelweg nog groener en mooier te maken, is houtkanten en bomen aanplanten dankzij de oproep houtkanten.
Roland Strouven, schepen in Geetbets: Het Groene Spoor heeft veel potentieel voor fietsmobiliteit, recreatie en natuur. Het traject is belangrijk om de verschillende dorpen te verbinden, maar ook om de biodiversiteit in de hele vallei te versterken.
Op dit moment hebben we met de gemeenten Geetbets, Linter, Zoutleeuw en ook Tienen al een beheerplan voor het Groene Spoor, dat focust op meer biodiversiteit. Er wordt extra gezorgd voor de habitat van zeldzame soorten zoals de levendbarende hagedis, de dwergvleermuis (in Geetbets!), de grote gele kwikstaart en het plantje beemdkroon. De aanplanten die nu voorzien worden, passen in dat beheerplan. Een vleermuis heeft bijvoorbeeld graag bomen. Voor de levendbarende hagedis moeten we hier en daar zonnige plekjes houden, en takkenwallen voorzien. Op die plaatsen voorzien we de houtkant aan de noorkant en laten we de zuidkant open.
Raf Lambeets, schepen in Zoutleeuw: We hebben de plannen voor meer houtkanten uitgewerkt binnen de werkgroep die nadenkt over het Groene Spoor. Maar het is belangrijk om ook rekening te houden met de eigenaars van de gronden langs het traject. Dat zijn vooral landbouwers. Voor onze fruittelers planten we alvast geen meidoorn aan. Meidoorn is heel vatbaar voor bacterievuur, dus die hebben we liever niet in de buurt van fruitbomen. Op de plaatsen waar aangeplant zal worden, zullen we sowieso nog overleg voeren met de betrokken landbouwers. Er zijn ook een aantal bermen waar we willen aanplanten, die momenteel ingenomen zijn door landbouwers. Het Regionaal Landschap Zuid-Hageland zal daarover met hen in overleg gaan.
Wat gaan jullie precies doen op het terrein rond houtkanten?
Raf Lambeets, schepen in Zoutleeuw: We zijn van plan om met de drie gemeenten in totaal minstens 3 km houtkanten aan te planten. Het gaat over knotbomen, hagen en bomenrijen. Door verschillende soorten bomen en hagen aan te planten, kunnen we echt op maat van het landschap werken. In de nattere vallei planten we bijvoorbeeld Europese vogelkers en Gelderse roos, en op drogere bodems werken we met sleedoorn, wilde roos en andere soorten. We houden ook rekening met de soorten die er van nature ook voorkomen. Samen met het regionaal landschap planten we enkel inheemse soorten aan, waarvan bewezen is dat ze goed zijn voor de biodiversiteit.
Hoe organiseren jullie de aanplant en het beheer ?
Andy Vandevelde, schepen in Linter: Op dit moment coördineert Regionaal Landschap Zuid-Hageland het beheer van het Groene Spoor. Dat gebeurt door de gemeentelijke groendiensten of door ploegen van sociale-economiebedrijven. Het regionaal landschap begeleidt hen daarbij. Het regionaal landschap zal ook de aanplant van de houtkanten begeleiden, in samenwerking met een sociaal-economiebedrijf dat de terreinwerken uitvoert.
Wat is voor jullie de meerwaarde van die extra houtkanten?
Roland Strouven, schepen in Geetbets: De aanplant van houtkanten versterkt de biodiversiteit in de Grote Getevallei, en helpt ook ook om koolstof op te slaan in de bodem. Zo draagt de aanplant bij aan de strijd tegen de klimaatopwarming. En die houtkanten maken ons landschap ook mooier, daardoor voelen mensen zich er meer verbonden mee. Dat helpt om tot sterke, klimaatrobuuste landschappen te komen.
©Regionaal Landschap Zuid-Hageland
Over het houtkantenplan en de oproep houtkanten
Vlaanderen telt steeds minder houtkanten. Dat is jammer, want ze zijn belangrijk voor een klimaatbestendig en biodivers platteland. Daarom is er een Vlaams Houtkantenplan: een actieplan om het houtkantennetwerk kwalitatief en kwantitatief te versterken tegen 2030. De VLM coördineert de uitvoering van het Houtkantenplan.
De oproep houtkanten voor lokale besturen is een van de acties uit het Houtkantenplan. Op 19 oktober 2023 werd de nieuwe oproep houtkanten gelanceerd. Gemeenten, provincies en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden kunnen nog tot en met 15 maart hun projectvoorstel indienen bij de VLM.
Landbouwers en beheerovereenkomsten voor het onderhoud van houtkanten
De oproep houtkanten richt zich tot lokale besturen. Maar heggen en hagen komen traditioneel ook veel voor op landbouwpercelen, als natuurlijke afscheiding tussen percelen. Ook landbouwers kunnen ondersteuning krijgen voor het beheer van hun houtige landschapselementen.
Zo heeft landbouwer Simon Knops een vleesveebedrijf en 80 hectare percelen, met daarop in totaal ruim 4 km heggen en hagen. Voor het onderhoud daarvan sloot hij beheerovereenkomsten met de Vlaamse Landmaatschappij.
Die beheerovereenkomsten zijn 5-jarige overeenkomsten, waarin staat hoe Simon zijn heggen en hagen moet onderhouden, en welke vergoeding hij daarvoor jaarlijks krijgt. Van het grootste deel van zijn hagen snoeit Simon jaarlijks de scheuten. Daardoor vertakken de planten sterker, en krijg je een compacte, moeilijk doordringbare haag. De rest snoeit hij één keer in die vijf jaar, tot op de gesteltakken. Dat voorkomt dat de houtkanten te hoog en breed uitgroeien.
©VLMNaomiVanBrabant Op de eerste twee foto’s zie je Simon bij meidoornhagen die hij jaarlijks snoeit. Door regelmatig te snoeien verkrijgen de hagen een dichtere structuur die een goede bescherming en nestgelegenheid biedt voor vogels. Op de derde foto zie je een heg, grotendeels bestaande uit meidoorn maar waarin ook hazelaar en zoete kers terugkomt. Heggen groeien groter en ruiger uit dan hagen en moeten daarom tijdens de looptijd van de beheersovereenkomst éénmalig langs alle zijden geschoren worden. Op de vierde foto staat dezelfde heg die langs de onderzijde geschoren is en dus al deels beheerd werd.
Meer informatie
- Meer informatie over het houtkantenplan en de oproep houtkanten voor lokale besturen
- Meer informatie over de beheerovereenkomsten voor landbouwers: www.vlm.be/beheerovereenkomsten