50 tinten groen in de Gentse Kanaalzone
6 juli 2021
Moet je een beetje gek zijn om een dagje te gaan fietsen in de Gentse Kanaalzone? We willen je graag van het tegendeel overtuigen. Groene buffers, fiets- en wandelpaden, natuur en parken zijn opvallend aanwezig in het havengebied. Tijdens een fietstochtje langs de groengebieden die de VLM hier heeft ingericht tussen de woonzones en de industrieterreinen, hoor je afwisselend zwaar vervoer en vrolijk vogelgekwetter. Op je netvlies krijg je niet enkel ijzer en beton, maar ook weilanden, waterpartijtjes, bloemen, bomen, struiken en parkjes. De voortdurende mix van industriële en landelijke sfeer geeft het gebied langs het kanaal Gent-Terneuzen een eigentijds en verrassend karakter.
Hoe bijzonder het ook is om hier als buitenstaander je neus achterna te fietsen, de recent ontwikkelde groenzones zijn allereerst een opsteker voor de bewoners van de kanaaldorpen. In de jaren 90 van de vorige eeuw was het voortbestaan van een aantal dorpskernen in het havengebied onzeker door de snelle ontwikkeling van de Gentse haven. Dat leidde tot ontvolking en leegstand. Met de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP) van 2005 en 2012 kwam daaraan een einde. De overheid maakte fundamentele keuzes over de woonkernen in de kanaalzone: enkele wijken werden opgegeven, terwijl bij de overblijvende woonkernen “koppelingsgebieden met bufferende en verbindende waarde” gecreëerd zouden worden: zones die voor een aangename overgang zorgen tussen de kleinschalige woonkernen en de grootschalige haven.
De verschillende inrichtingsplannen van het landinrichtingsproject Gentse Kanaalzone, dat startte in 2006, moeten dat beleidsvoornemen uitvoeren. Er werden 16 koppelingsgebieden afgebakend tussen woonkernen en industriezones. Die worden ingericht met groene buffers, fiets- en wandelpaden, natuur en parken. Zo verhoogt de leefbaarheid van de woonkernen in de haven. De VLM richt de gebieden in met subsidies landinrichting. Ook het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen, North Sea Port, de stad Gent, de gemeenten Evergem en Zelzate, tal van Vlaamse overheden, en een schare andere partners financieren mee. Vandaag, 15 jaar na de start van het landinrichtingsproject, zijn 9 van de 16 koppelingsgebieden ingericht en zit de voorbereiding voor de uitvoering van 3 andere gebieden in een eindfase. De buffergebieden beslaan samen ongeveer 730 hectare en liggen verspreid over het grondgebied van Evergem, Zelzate en Gent.
In dit artikel nemen we u mee op een fietstocht van Gent-Dampoort naar Kerkbrugge-Langerbrugge, daarna naar Doornzele, Mendonk en Desteldonk, om dan weer koers te zetten naar de stad.
Tijdens het eerste stukje van onze tocht moeten we vanwege het drukke (goederen)verkeer flink uitkijken als fietser. In de buurt van de oude elektriciteitscentrale van Langerbrugge, die in 2001 de deuren sloot en nu beschermd is als industrieel erfgoed, wordt het rustiger, en al gauw komen we aan de hondenlosloopzone in Langerbrugge-Kerkbrugge. Twee honden oefenen er hun kunstjes samen met hun baasjes.
We treffen hier Hubert De Decker, een Sleidingenaar die opgroeide in Langerbrugge en nog steeds een bijzondere band heeft met de kanaalzone. Hij zag hier eerst natuur verloren gaan, en is de laatste jaren getuige van de vergroening. Daar helpt hij in de marge graag aan mee. Zo heeft hij op kleine schaal geëxperimenteerd met het inzaaien van bloemen en plaatste hij hier een egelhuisje. Hij toont ons hoe de woonwijken van Kerkbrugge-Langerbrugge, deel van Evergem, grenzen aan het nieuwe groengebied. Daarom is hier gezorgd voor een speelzone voor het jonge volkje. Bij de inrichting, enkele jaren geleden, werd het bestaande groen hier grondig aangevuld met bosgoed en hoogstammige bomen. Het jonge groen is al verbazend goed opgeschoten. Een deel van de wandelpaden is in beton aangelegd, zodat ze geschikt zijn voor rolstoelgebruikers. In de historische zone staan we stil bij het industriële verleden van deze plek. Natuurliefhebbers kunnen via een vlonderpad een nattere zone gaan ontdekken.
Een nieuwe naam voor koppelingsgebied Langerbrugge-Zuid
De inwoners werden betrokken bij de planvorming voor dit koppelingsgebied Langerbrugge-Zuid, en dat werpt duidelijk zijn vruchten af. Al tijdens de inrichtingswerken werd deze groene long druk bezocht. Dat de inwoners hun gebied omarmen, blijkt onder andere uit de openluchttentoonstelling van het project Konnektor die we op onze wandeling door de groenzone aantreffen. Konnektor wil het buurtleven, het landschap en de geschiedenis rond de elektriciteitscentrale met elkaar verbinden. De organisatie hield in het park al verschillende tentoonstellingen en werkte er ook een audiowandeling met steun van het Buurtpunt Den Hannekesnest. Omdat het nieuwe groengebied nog geen andere naam heeft dan het door de VLM bedachte en erg droog klinkende “koppelingsgebied Langerbrugge-Zuid”, vroeg de gemeente Evergem in het voorjaar bij de inwoners naar een prettiger naam voor het park van goed 27 hectare. Uit de 72 inzendingen selecteerde de cultuurraad twee kanshebbers, “Het Blomstuk” en “Velodroompark”. Na een stemronde door de inwoners en een heus openbaar onderzoek beslist de gemeenteraad in augustus over de nieuwe naam. Ook fijn voor zowel buurtbewoners als bezoekers van verder weg, is dat hier enkele geocaches zijn verstopt.
Wat verderop, bij de ingang van de tuinwijk Herryville, kwam er een extra stukje natte natuur. De wijk Herryville, met woningen voor de voormalige kaderleden van de elektriciteitscentrale van Langerbrugge, werd gebouwd in 1927 in opdracht van directeur Leopold Herry. Er was ook oog voor ontspanning, daarom kwamen er een velodroom en een casino. De wijk is nog steeds bewoond en heeft een bijzondere charme. Het is hier rustig en stil; de drukke havenactiviteiten lijken mijlenver.
Bij het wegrijden uit Langerbrugge-Kerkbrugge maken we nog een praatje met arbeiders die de laatste hand leggen aan het vrijliggend fietspad richting Doornzele. Daarna fietsen we quasi de hele tocht veilig langs vrijliggende fietspaden of op rustige wegen. Met het vogelgekwetter, het gekwaak van kikkers en de 50 tinten groen rondom ons wanen we ons veeleer op het Vlaamse platteland dan in de buurt van de haven waar in 2020 bijna 120 miljoen ton goederen werd overgeslagen. Af en toe, wanneer we een berm opklimmen of een groenzone verlaten, doemt plots een koeltoren, een windmolen, of de vangrail van de R4 voor ons op. Dan overschouwen we het brede kanaal met robuuste binnenschepen en een zwartgrijs landschap vol bedrijventerreinen, weg- en spoorverkeer, schoorstenen en elektriciteitsmasten.
In Doornzele, waar 3 koppelingsgebieden liggen, bewonderen we het havenlandschap van op een uitkijkpunt dat gebouwd is bovenop oranjerode containers. Enkele minuten later zijn we onder de indruk van Doornzele Dries, met zijn 1,5 km lengte en 160 m breedte de grootste bewaarde dries in Vlaanderen. Bij een dries vind je huizen rond een centraal middenplein, dat in de middeleeuwen dienst deed als gemeenschappelijke weide voor het vee. Het is woensdagmiddag en de school is uit, het dorpsleven bruist, de wind ruist zachtjes in de bomen op de dries.
Groene gelukjes
We kruisen wandelaars, we stoppen bij een picknickbank, en verbazen ons opnieuw over het golvende landschap met rietkragen, bomenrijen en graslandjes met klaprozen in de randen. Bescheiden maar ononderbroken tiereliert de veldleeuwerik tijdens onze lunch. We drinken koffie op het heraangelegde Terdonkplein en dwarsen het kanaal via het veer van Terdonk. We fietsen even door industriegebied, maar al gauw rijden we langs de landelijk ogende Moervaart naar het pittoreske gehucht Mendonk. Van daar gaat het via lokale wegen naar Desteldonk, waar in 2012 de eerste koppelingsgebieden werden ingehuldigd. Een fijne symbolische plek om even te polsen bij onze collega, projectleider Leen Van Nieuwerburgh, of ze na al die jaren nog steeds enthousiast is over het landinrichtingsproject Gentse Kanaalzone. “Het geeft me voldoening om iets te kunnen doen voor de mensen hier. Door groene buffers te vormen tussen de woonzones en de industrie, zorgen we voor meer rust in de dorpen. Tegelijk hebben de buffers een verbindende werking: ze brengen mensen samen om te ontspannen. Door de vele nieuwe en veilige fietspaden verbinden we de dorpen ook letterlijk met elkaar en met de industrie. Telkens als ik in de koppelingsgebieden kom, ontmoet ik er mensen, en soms doe ik een praatje. Dan blijkt dat we, door fysieke veranderingen aan te brengen in de publieke ruimte, mogelijkheden hebben gecreëerd voor verbondenheid tussen de mensen. We dragen zo echt wel bij aan het sociaal leven hier. Ik zie trouwens steeds meer dat ook in de dorpen waar mensen een tuin hebben, er nood is aan gemeenschappelijke groene ruimten. We krijgen regelmatig enthousiaste berichten van lokale natuurverenigingen die planten en dieren inventariseren in de koppelingsgebieden. Ook natuurbeleving verbindt mensen! En het is natuurlijk een opsteker dat we zelfs in havengebied de biodiversiteit zien toenemen. Verder zijn er heel wat werknemers van de bedrijven die in hun middagpauze van het nieuwe groen genieten. De koppelingsgebieden zijn, zeker in coronatijden, groene gelukjes voor heel wat mensen. Dat geeft me de energie om ook de resterende koppelingsgebieden zo goed mogelijk in te richten.”
Er zindert nog een vraag. Vaak ziet de landbouw zijn areaal inkrimpen ten voordele van industrie, natuur en leefbaarheidsidealen. Was dat hier ook het geval? Leen: “Inderdaad. De landbouw was minder enthousiast. Toch hebben we de landbouwers betrokken bij onze plannen. We hebben kunnen zorgen voor een betere ontsluiting voor de resterende landbouwpercelen. Daarnaast hebben we een landschapsfonds opgericht onder impuls van het Europese EFRO-programma en met medewerking van de bedrijfswereld, de landbouwsector en bewoners. Dankzij dat fonds krijgen landbouwers een marktconforme vergoeding om bomen- en struikenrijen aan te planten als bijkomende buffer tussen de woningen en de industrie. Het is een gesmaakt project geworden dat de voorbije jaren leidde tot 8,5 km groen, bovenop de aanplantingen door de overheid.”
We gaan nog even schommelen in de speelzone. Het veldje met de schommels en een pingpongtafel oogt als een schilderijtje, bezaaid met gele bloemen. En dan is het tijd om terug te fietsen naar Gent. We duizelen een beetje van alle speelweides, waterbuffers, rietkragen, bosbermen, graslanden, rust- en uitkijkpunten, oeverzones, heuveltjes en paadjes die we hebben gezien zo vlakbij het logistieke knooppunt dat de Gentse haven is. Zijn we dan toch een beetje gek? Zet koers naar de Gentse Kanaalzone, en oordeel zelf! De VLM wenst je een sprankelende ervaring toe.
Meer info over fietsen in de Gentse Kanaalzone
De VLM stippelde 2 fietsroutes uit om op ontdekking te gaan in de koppelingsgebieden, eentje voor de koppelingsgebieden Rieme-Zuid en Doornzele-Noord (23,8 km) en een langere route (78,3 km) langs en doorheen verschillende koppelingsgebieden. Ook het projectbureau Gentse Kanaalzone heeft een fietslus van 75 km uitgestippeld die van Gent-Dampoort tot in Zelzate loopt. De lus doorkruist het havengebied hoofdzakelijk via veilige fietspaden, leidt je door de verschillende koppelingsgebieden en woonkernen, en laat je enkele keren het kanaal Gent-Terneuzen dwarsen via publieke veerdiensten. Bij de fietsroute hoort een fraaie folder met kaart die je gratis in je brievenbus krijgt als je je naam en adres mailt naar info@gentsekanaalzone.be. Je kunt de routes downloaden via RouteYou.
Meer info over de activiteiten van de VLM in de Gentse Kanaalzone
https://www.vlm.be/nl/projecten/Paginas/GentseKanaalzone-KoppelingsgebiedenFase1EnFase2.aspx