De bodem als een bord vol spaghetti
Boer Nico ontvangt Bodemschep voor goede bodempraktijk
6 oktober 2021
Al sinds 2009 baat Nico Vandevannet bioboerderij De Levende Aarde in Oostkamp uit. Hij nam het bedrijf over van zijn ouders. Die hadden al de omschakeling naar een bioboerderij gemaakt begin jaren 2000.
Nico teelt groenten in volle grond en in serres. Hij experimenteert graag met nieuwe soorten. Zo plantte hij drie jaar geleden artisjokken, een teelt die gevoelig is voor de vorst. Een groot deel van zijn planten zijn dit jaar ondanks een afdekking na enkele dagen vorst bevroren. Volgend jaar beter.
Nico teelt ook gewone groenten op zijn 5 hectare, bijvoorbeeld sla, ajuinen, rabarber, pompoenen en kolen. 4 dagen per week verkoopt hij zijn groenten op markten. Voor de vroegste markt moet hij om 3 uur ’s morgens de groenten inladen. Van toewijding gesproken.
Onderzoek
Voor Nico de boerderij overnam, werkte hij bij Inagro en het ILVO. Daar deed hij onderzoek naar bodembewerking, composteren en het bodemleven. Hij stelde vast dat grondbewerking belangrijker is voor de bodem dan bemesting. Hij onderzocht de bodem in bossen en kwam tot de vaststelling dat zonder bemesting of grondbewerking de bosbodem toch een hoog gehalte aan droge organische stof en nitraat bevat. Een vervuilde beek stroomt zuiver uit een bos, zegt hij. De aanwezige organismen in het bos zuiveren het water van de beek.
Schimmels en bacteriën
Op basis van onderzoek vergelijkt Nico de bodem met een bord spaghetti. Te veel spaghetti en je eten is te droog, te veel saus en je bord is te nat. De schimmeldraden in de bodem zijn de spaghetti en de bacteriën zijn de saus. De verhouding van schimmels en bacteriën moet goed zijn om te spreken van een gezonde bodem. Een gezonde bodem is een compleet ecosysteem met een eigen (bodem)biodiversiteit. Heb je veel schimmels, dan heb je een vaste bodem. Heb je te veel saus of bacteriën in de bodem, dan is de bodem gevoelig voor erosie.
Als je te vaak ploegt, maak je het bodemleven kapot. Daarom beperkt Nico de diepgaande grondbewerking. Hij vergelijkt het weer met zijn bord spaghetti: als je je spaghetti te klein snijdt, krijg je een papje. (Bovendien is volgens Italianen spaghetti snijden een hoofdzonde!)
Gewassen zijn bacteriedominant of schimmeldominant, zegt Nico. Bacteriedominante gewassen zijn snel groeiende gewassen zoals onkruiden. Schimmeldominante gewassen zijn traag groeiende gewassen zoals bomen. Voor je bedrijfsvoering is het nodig dat je kijkt naar welke gewassen je wil telen, zegt Nico. Snelle bladgewassen zoals sla zijn bacteriedominante gewassen. De meeste groentegewassen hebben evenveel schimmels als bacteriën nodig. Akkerbouwgewassen zijn schimmeldominante gewassen. En afhankelijk van die indeling heeft de plant een andere stikstofbemesting nodig.
Te veel bewerken verstoort het bodemleven
Precies met die bemesting ging het in het verleden mis. Na de Tweede Wereldoorlog wilden we nooit meer honger hebben. De massaproductie kreeg voorrang op kwalitatieve producten. Beter een heel dikke prei, dan een smaakvolle dunnere prei. De landbouw ging in plaats van stalmest, drijfmest en kunstmest gebruiken op het land. Op die manier kwam er minder koolstof en dus droge stof in de bodem terecht. De grond werd te veel bewerkt. Gevolgen waren meer nitraatuitspoeling en meer erosie omdat de verhouding tussen schimmels en bacteriën verstoord werd. De schimmels kregen onvoldoende voeding en de grond werd kapot geploegd. Het bord spaghetti werd eerder een bord pap.
Bovendien houdt een gezond bodemleven nitraat vast in de bodem. Als stikstof vrijkomt, wordt dat in een gezonde bodem opgenomen door de organismen. Voldoende schimmels in de bodem zorgen op hun beurt weer voor voeding aan de gewassen.
Bodemschep
Nico is dan ook een groot voorstander van niet-kerende bodembewerking en bodembedekking. Bodembedekkers zijn onder andere groenbemesters, ze gaan erosie en uitspoeling van nutriënten tegen. Hij bekijkt de bodem als een levende substantie en niet als een dood substraat. Bij een bodem zonder nodige organismen heb je onmiddellijke uitspoeling naar het oppervlaktewater, en later naar het grondwater. Nico past al 10 jaar niet-kerende grondbewerking toe. Daardoor is zijn organisch stofgehalte in de bovenste bodemlaag bijna verdubbeld. Bij niet-kerende grondbewerking bewerk je de grond oppervlakkiger dan bij ploegen, of laat je het keren van de grond zelfs achterwege. Voor zijn jarenlange inspanningen om de dierlijke bemesting sterk te verminderen en om te kiezen voor groenbemesters, ontving Nico in juli de eerste Bodemschep.
De Bodemschep is een initiatief van het programma Grond+Zaken en wordt tweemaandelijks uitgereikt aan een inspirerend bodeminitiatief. Naast eeuwige roem krijgt de winnaar een bodemschep om te gebruiken of te koesteren. Ondertussen is einde juli ook al de tweede Bodemschep uitgereikt aan Elisa Vermeulen, een voormalig medewerkster van de Grondbank vzw.
Op naar de volgende Bodemschep!