"De landbouwer wil resultaat zien van een andere aanpak”

Interview met Saartje Degelin van de Begeleidingsdienst voor een Betere Bodem en Waterkwaliteit (B3W)

Sinds 2021 kunnen landbouwers een beroep doen op de gespecialiseerde dienstverlening van de Begeleidingsdienst voor een Betere Bodem en Waterkwaliteit (B3W). B3W is voor de VLM dé partner bij uitstek om landbouwers te begeleiden naar duurzamere bemestingstechnieken en bodembeheer.

Duurzame landbouw is een heet hangijzer in Vlaanderen. Welke rol kan B3W hierin opnemen?

Saartje: “Er lopen momenteel inderdaad heel wat beleidsdiscussies om te bepalen hoe de druk op het milieu vanuit de landbouw moet verminderd worden. B3W zit niet aan de beleidstafel maar heeft als opdracht om zoveel mogelijk landbouwers te overtuigen om met bewezen goede praktijken en technieken aan de slag te gaan, om zo de bodem- en waterkwaliteit te verbeteren. We zetten dan ook heel hard in op het breed uitrollen van een aantal goede praktijken, via begeleiding en ondersteuning van landbouwers.

Er is op veel plaatsen nog heel wat verbetering mogelijk en dit staat los van het soort bedrijf: groot of klein, mestoverschot of niet, gangbaar of biologisch. Het mooie aan de landbouwsector is dat er wordt gewerkt met levende materie, vaak letterlijk in weer en wind. Men onderschat in Brussel soms hoeveel expertise dat vraagt en dat op een landbouwbedrijf niet alles loopt zoals men vooraf heeft gepland. Ook in het landbouwonderzoek leren we op dat vlak nog elke dag bij.”

Hoe helpen jullie landbouwers concreet bij het werken aan de bodem- en waterkwaliteit?

Saartje: “Om goede praktijken ingang te doen vinden, werken we met 3 activiteiten. Zo organiseren we thematische uitwisselingsmomenten. Dat zijn interactieve demonstraties op een landbouwbedrijf, waaraan telkens een 20-tal landbouwers deelnemen. We werken altijd met relatief kleine groepen. Zo stimuleren we de interactie tussen de landbouwers onderling. Daarnaast hebben we focusgroepen. Daaraan nemen landbouwers deel die willen experimenteren met nieuwe zaken op hun eigen bedrijf. De focusgroepen kun je zien als een lerend netwerk, dat rond een bepaald thema vrij intensief aan de slag gaat en gaandeweg kennis en ervaring uitwisselt. B3W doet zelf geen proefveldonderzoek maar in de focusgroepen kunnen we op kleine schaal uittesten of technieken die hun nut bewezen hebben in proefveldonderzoek ook werken in de dagdagelijkse boerenpraktijk. We leren wat de ervaringen zijn van de landbouwers en welke ondersteuning ze nodig hebben om op een goede manier met een bepaalde techniek aan de slag te gaan. En ten slotte hebben we individuele begeleidingen. We nemen contact op met landbouwers op basis van een lijstje van bedrijven dat is opgesteld door de VLM. Het zijn bedrijven waar zeker nog verbetermogelijkheden zijn en op die manier krijgen ze de kans om professioneel advies te krijgen. Uiteindelijk beslist de landbouwer zelf of hij graag wil meewerken. Als er een match is, gaan we samen aan de slag.

Brede communicatie is het sluitstuk van dit alles. Om de mogelijkheden te tonen die er bestaan om het landbouwbedrijf duurzamer te maken, om te prikkelen om anders te doen en om de kennis die we ontwikkelen te delen. Met B3W willen we toekomstgericht werken.”

“Om goede praktijken ingang te doen vinden, werken we met 3 activiteiten."
“Om goede praktijken ingang te doen vinden, werken we met 3 activiteiten."

Moet er nog hard worden gewerkt aan de bodem in Vlaanderen?

Saartje: “Er is zeker nog werk aan de winkel. Meer dan de helft van onze bodems heeft een te laag organisch koolstofgehalte. En ook bijna de helft van onze bodems, zeker akkerland, heeft een pH die te laag is. Daardoor wordt de bemesting niet optimaal benut. Dat heeft zware gevolgen. Het organische koolstofgehalte is ook superbelangrijk voor de bodemstructuur. Sowieso vraagt werken aan bodemkwaliteit een globale aanpak, ook teeltrotatie en bodembewerking spelen hierin een ​ belangrijke rol.

Bodemverdichting is ook een heel specifieke problematiek. De meeste landbouwers zijn zich bewust dat ze in slechte omstandigheden beter niet met zware machines op hun percelen rijden. Maar soms is het bijna overmacht. Vooral in de streek van de vollegrondsgroenten, waar de landbouwers omwille van de strikte contracten met de fabrieken op afgesproken tijdstippen moeten oogsten. Het mag niet te vroeg, het mag niet te laat. Met als gevolg dat het soms gebeurt in slechte omstandigheden. Ook de strikte deadlines in de regelgeving werken bodemverdichting soms in de hand.”

Hoe gaan de landbouwers om met de stalen die ze moeten nemen?

Saartje: “Heel wat landbouwers gaan hier al heel bewust mee om, maar de verplichting om stalen te nemen leidt niet noodzakelijk tot een verbetering op het terrein. Landbouwers die zich niet bewust zijn van het belang van een goede bodemkwaliteit, zien de verplichte analyses als regelneverij. Met als gevolg dat hun analyses in de kast belanden. Wij leren de landbouwers wat het nut is van die analyses, dat het invullen van de inlichtingsformulieren bij een aanvraag tot staalname noodzakelijk is voor een goed advies en dat ook het tijdstip waarop je advies vraagt essentieel is om hier iets nuttigs uit te kunnen halen. Daarnaast helpen we hen om de adviezen die ze krijgen, op een juiste manier te interpreteren en ermee aan de slag te gaan. Vorig jaar hebben we daar met een hele reeks thematische uitwisselingsmomenten op ingezet.”

Jullie hebben een folder opgesteld met 9 tips voor een beredeneerde bemesting. De ondertitel is: goed voor het milieu én je portemonnee. Verklaar je nader!

Saartje: “B3W zet naast het bemestingstechnische verhaal heel hard in op bodemkwaliteit. Bodem is voor de meeste landbouwbedrijven een heel belangrijke productiefactor. Een gezonde bodem is nodig om goed aan landbouw te kunnen doen en om goede opbrengsten te kunnen halen. Goede opbrengsten hebben rechtstreeks impact op de portemonnee van de landbouwer.

Als de pH of het organische-stofgehalte van je bodem niet in orde is, wordt de bemesting die je geeft niet optimaal benut en zullen je opbrengsten suboptimaal zijn. Dat grijpt daar rechtstreeks op in.

Ook, door de oorlog in Oekraïne, zijn de kunstmeststofprijzen gestegen. Landbouwers hebben er geen baat bij om te veel meststoffen te geven. Want bij een suboptimale bodemkwaliteit worden ze onvoldoende benut en verliezen ze hun effect.

In onze folder met 9 tips voor een beredeneerde bemesting zeggen we dat je door gericht te bemesten, op kunstmeststoffen kunt besparen. En dat de meststoffen optimaal worden benut, als je bodemkwaliteit in orde is.”

Wellicht is het niet gemakkelijk om iemand die al jaren op dezelfde manier werkt te overtuigen van een nieuwe techniek?

Saartje: “Dat is zo. Uit onderzoek weten we dat gefractioneerde bemesting in aardappelen en groenten dé praktijk is om die moeilijke teelten te bemesten. Toch merken we dat het heel moeilijk is om landbouwers te overtuigen van gefractioneerde bemesting. Ze hebben vooral schrik dat ze in droge omstandigheden hun opbrengsten niet gaan halen. We vinden het dus belangrijk dat landbouwers inzicht krijgen in de stikstofcyclus, zodat ze kunnen inschatten wat een bepaald perceel zelf aan stikstof zal leveren tijdens het groeiseizoen, afhankelijk van bodemeigenschappen, voorteelt, … Zo krijgen ze vertrouwen dat hun teelt geen stikstof te kort zal komen. We maakten verschillende infofiches en filmpjes die dat verduidelijken en werken ook aan een tool die hen daarbij kan ondersteunen.

Daarnaast heb je, als je wilt dat landbouwers effectief hun gedrag wijzigen, meer nodig dan het wetenschappelijke bewijs dat iets werkt. Het is niet omdat iets werkt in proefveldomstandigheden, dat landbouwers meteen overtuigd zijn om met een bepaalde techniek aan de slag te gaan. Ze moeten ook overtuigd zijn dat iets werkt binnen de specifieke context van hun eigen bedrijf. Daarom zijn die getuigenissen en ervaringen van andere landbouwers zo belangrijk. Een landbouwer zal sneller iets aannemen van een andere landbouwer dan van de overheid of een onderzoeker.

Uiteindelijk kunnen we alleen maar succes boeken als alle neuzen in dezelfde richting wijzen. Daarom is het goed dat we een adviescommissie hebben waar de landbouworganisaties en de betrokken andere departementen in zitten, bijv. het Departement Landbouw en Visserij. De VLM staat mee aan het stuur van B3W en met hen bespreken we hoe we onze werking kunnen optimaliseren om resultaat te boeken op de landbouwbedrijven."

"We kunnen alleen maar succes boeken als alle neuzen in dezelfde richting wijzen."
"We kunnen alleen maar succes boeken als alle neuzen in dezelfde richting wijzen."

Tijdens workshops die we hadden met landbouwers, zeiden verschillende deelnemers dat ze meer moeite willen doen voor het milieu, maar dat ze er ook meer voor betaald willen worden.

Saartje: “De extra inspanningen of de extra kost kan vaak niet zomaar doorgerekend worden in de prijs van een product. We merken in onze werking dat bepaalde technieken een meerkost met zich meebrengen en dat landbouwers dan kunnen afhaken. Ook om die reden hebben we veel aandacht voor kleine maar belangrijke praktische tips die groeien uit de ervaringen van de landbouwers. Omdat die de sleutel zijn tot het succes van een aangepaste of nieuwe techniek. De bezorgdheid van een landbouwer dat hij zijn inkomen moet kunnen halen is perfect begrijpelijk. Daarom is het goed dat het beleid daar voldoende aandacht voor heeft. Een aantal ecoregelingen van het nieuwe GLB zet bijvoorbeeld in op bodemkwaliteit. We proberen om de link daarnaar goed te leggen, want die financiële stimulans kan net dat duwtje in de rug zijn dat een boer nodig heeft om in een techniek te stappen.”

Zijn er nog andere drempels dan de economische?

Saartje: “Na onze activiteiten vragen we altijd wat eventuele drempels zijn. We vragen na een thematisch uitwisselingsmoment over gefractioneerde bemesting bijvoorbeeld: “Paste je die techniek al toe voor onze toelichting? En ben je na onze uitleg getriggerd om er nu mee aan de slag te gaan?” Als ze op die laatste vraag nee antwoorden, willen we vooral weten waarom niet. Dat is essentiële informatie om verder mee aan de slag te gaan. Dat kan zijn: ik geloof jullie niet, er is te weinig proefveldonderzoek rond gedaan. Het kan de kostprijs zijn. Het kan ook iets heel concreets zijn in de regelgeving dat verhindert dat iets optimaal wordt uitgevoerd. Soms willen de landbouwers wel, maar is het juiste materieel nog niet beschikbaar. Of springen de loonwerkers niet mee op de kar. Door drempels te identificeren, verbeteren we niet alleen onze eigen werking maar proberen we mee te werken om angels weg te werken en de ingang van goede praktijken te versnellen.”

Hoe kunnen landbouwers die ook stappen vooruit willen zetten contact met jullie opnemen? ​

Saartje: “De landbouwers kunnen zich via de B3W-website gratis inschrijven voor onze evenementen. Daarnaast vinden ze er heel wat praktische informatie, zoals infofiches, filmpjes en beslissingsbomen. We zoeken naar formats die op zo’n praktijkgericht mogelijke manier uitleggen hoe een bepaalde landbouwer met een bepaalde techniek aan de slag kan gaan. Wie graag tips in zijn mailbox krijgt, kan zich inschrijven voor de B3W-nieuwsbrief. Al zo’n 1500 geïnteresseerden hebben dat gedaan.”

 

Terug naar de VLM-nieuwsbrief van maart 2023

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over Vlaamse Landmaatschappij

De NV Vlaamse Landmaatschappij is een Extern Verzelfstandigd Agentschap van de Vlaamse overheid onder de bevoegdheid van de Vlaams minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme.  

Voor de Vlaamse Landmaatschappij zijn een veerkrachtige open ruimte vol leven en een dynamisch platteland het antwoord op uitdagingen als de verstedelijking, de klimaatverandering en de achteruitgang van de biodiversiteit. We versterken de open ruimte en het platteland door te investeren in bodem- en waterkwaliteit, biodiversiteit, ruimte voor voedsel en sociale cohesie. We zorgen voor een kwaliteitsvol landschap en een gezonde omgeving, waar het goed is om te leven en te werken en waar er ruimte is voor ontspanning. 

Samen met lokale en bovenlokale belanghebbenden geven we het openruimtebeleid, het plattelandsbeleid en het mestbeleid vorm en voeren we het uit op het terrein. Zo dragen we samen met onze partners bij aan de realisatie van de Europese en Vlaamse natuur-, plattelands- en milieudoelen.

De VLM werd opgericht in 1988 en stelt ongeveer 600 personeelsleden te werk via 6 kantoren te Brugge, Gent, Brussel, Leuven, Herentals en Hasselt.

De foto's in onze perskamer zijn eigendom van de Vlaamse Landmaatschappij. Het gebruik van die foto's is toegestaan mits bronvermelding (copyright Vlaamse Landmaatschappij).

Neem contact op met