Het Vlaamse platteland in cijfers

In het eerste plattelandsrapport ‘Het Vlaamse Platteland in Cijfers’ bundelt de Vlaamse Landmaatschappij cijfers over de bevolking, de economie, het ruimtegebruik, de mobiliteit en de lokale besturen op het Vlaamse platteland. Het rapport schetst zo een gedetailleerd beeld over de maatschappelijke thema’s die er leven. We laten drie medewerkers die het rapport samenstelden en het diensthoofd plattelandsbeleid aan het woord. Ze vatten de belangrijkste conclusies van het rapport voor ons samen.

Wat is de invalshoek van het plattelandsrapport?

Diensthoofd Plattelandsbeleid Kevin Grauwels: Om een uitspraak te kunnen doen over de demografische, economische, ruimtelijke en bestuurlijke evoluties op het platteland, deelt het plattelandsrapport de 300 Vlaamse gemeenten in op basis van een bevolkingsdichtheid lager dan of gelijk aan 350 inwoners per vierkante kilometer of een ruimtebeslag lager dan of gelijk aan 30%. Zo ontstaat er een indeling van in totaal 140 plattelandsgemeenten, 147 verstedelijkte gemeenten en 13 centrumsteden.

Het rapport maakt een vergelijking tussen die drie groepen voor meer dan 40 indicatoren, en verzamelt daarvoor gegevens van de Gemeente-Stadsmonitor van het Agentschap Binnenlands Bestuur, Provincies in Cijfers, Statbel, en data van diverse andere overheidsinstellingen, aangevuld met relevante onderzoeksrapporten. Zo brengt het rapport de verschillen tussen de gebiedstypes duidelijk in beeld. Waar mogelijk wordt de evolutie in de tijd weergegeven. ​

Welke zijn de opvallendste evoluties als het gaat om de bevolkingsontwikkeling op het Vlaamse platteland?

Goele Vercammen: Terwijl voor alle gebiedstypes de bevolking in Vlaanderen groeit, is de verhuisbereidheid vanuit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het buitenland naar het platteland de laatste 10 jaar toegenomen. We zien op het platteland een uitgesproken vergrijzing en een afname van het aandeel van jongeren in de bevolking. Er wonen ook meer mensen met een andere herkomst op het platteland, maar van een veralgemeende superdiversiteit is vooralsnog geen sprake. Het aantal huishoudens neemt toe en de grootte van de huishoudens neemt net af. Tegen 2040 zullen die ontwikkelingen nog explicieter zijn. Dat zorgt zowel voor kansen als voor uitdagingen op het vlak van aangepaste woningen, mantelzorg, dienstencentra, intergenerationele leefomgevingen, bereikbaarheid van basisvoorzieningen en gemeenschapsvorming.

Hoe kan de plattelandseconomie worden getypeerd?

Goele Vercammen: Als we de plattelandseconomie monetair uitdrukken, is die beperkter in omvang in vergelijking met de verstedelijkte omgevingen. Dat resulteert in aanzienlijke uitgaande pendelstromen van loontrekkers vanuit het platteland naar de andere gebieden. De economische troeven en kansen zijn eveneens duidelijk: het toerisme is de laatste 10 jaar meer toegenomen op het platteland dan in de centrumsteden. Dat schept kansen voor de detailhandel en de lokale economie op het platteland, hoewel die in alle gebiedstypes r een dalende tendens laat zien. De landbouw blijft een belangrijke sector op ruimtelijk, sociaal en strategisch vlak. Opvallend is de schaalvergroting van de sector op het platteland, terwijl het relatieve aandeel van andere verdienmodellen zoals biolandbouw of korte keten, eerder toeneemt in de verstedelijkte gemeenten.

Wat zijn de belangrijkste uitdagingen voor de open ruimte en de leefomgeving in de plattelandsgemeenten?

Stephanie Van Opstal: De open ruimte vormt een belangrijke troef van de plattelandsgemeenten voor de toekomst. Met bijna 600.000 hectare open ruimte zorgen zij voor twee derde van het totaal in Vlaanderen. Toch zien we ook een groeiend ruimtebeslag. Een verdere verstedelijking zorgt voor druk op de open ruimte en verdere versnippering door de manier waarop Vlamingen wonen en zich verplaatsen.

De trend van verappartementisering versterkt de woonkernen, maar tast tegelijk het dorpskarakter aan. Daarnaast breiden dorpen uit in oppervlakte, maar neemt de gebruiksintensiteit af. Daardoor is de inwoners- en tewerkstellingsdichtheid in de dorpen de afgelopen jaren afgenomen in plaats van toegenomen.

Toch woont meer dan de helft van de plattelandsinwoners in een gebied met een beperkte bereikbaarheid en met weinig voorzieningen in de buurt. Daardoor gebruikt 70% van de plattelandsbewoners de wagen voor woon-werkverkeer. De verduurzaming en vergroening van de mobiliteit gaat trager in de plattelandsgebieden: laadpalen en deelmobiliteit zijn minder aanwezig.

Wat is er juist aan de hand met de financiering en de beschikbare capaciteit in de plattelandsgemeenten?

Nadine Vervaet: Plattelandsgemeenten hebben niet alleen substantieel lagere inkomsten op fiscaal vlak, ook de basisdotatie uit het Gemeentefonds is lager. Plattelandsgemeenten moeten het met heel wat minder werkingssubsidies stellen dan steden. Ook de dienstverlening van de plattelandsgemeenten is beperkter: er zijn slechts 11 personeelsleden op 1000 inwoners, terwijl het aantal voor de centrumsteden ligt op 15,5.

Wat betekent het plattelandsrapport nu voor het Vlaamse plattelandsbeleid?

Kevin Grauwels: De Vlaamse Landmaatschappij coördineert het plattelandsbeleid. Om de sociale en economische dynamiek op het platteland te stimuleren en de omgevingskwaliteit te verhogen, neemt de VLM het beheer van de maatregelen voor plattelandsontwikkeling (LEADER) in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid op zich, doet aan beleidsvoorbereiding en faciliteert projectoproepen zoals Buurten op den Buiten, voedselregisseurs en houtkanten. Met ons eerste plattelandsrapport werkt Vlaanderen mee aan de uitvoering van de lange termijnvisie van de Europese commissie om plattelandsgebieden veerkrachtiger en welvarender te maken. Kennis vergaren en delen vormt een belangrijke stap in de uitvoering van deze visie. Voor mijn eigen dienst vormt dit eerste plattelandsrapport een degelijk onderbouwde stapsteen om het gesprek met belanghebbenden aan te gaan zodat een beleid op maat van het platteland zich verder kan ontwikkelen.


Raadpleeg het volledige rapport in de Publicatiedatabank van de Vlaamse overheid: ​ https://www.vlaanderen.be/publicaties/het-vlaamse-platteland-in-cijfers-plattelandsrapport-2024

 

 

 

 

 

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over Vlaamse Landmaatschappij

De NV Vlaamse Landmaatschappij is een Extern Verzelfstandigd Agentschap van de Vlaamse overheid onder de bevoegdheid van de Vlaams minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme.  

Voor de Vlaamse Landmaatschappij zijn een veerkrachtige open ruimte vol leven en een dynamisch platteland het antwoord op uitdagingen als de verstedelijking, de klimaatverandering en de achteruitgang van de biodiversiteit. We versterken de open ruimte en het platteland door te investeren in bodem- en waterkwaliteit, biodiversiteit, ruimte voor voedsel en sociale cohesie. We zorgen voor een kwaliteitsvol landschap en een gezonde omgeving, waar het goed is om te leven en te werken en waar er ruimte is voor ontspanning. 

Samen met lokale en bovenlokale belanghebbenden geven we het openruimtebeleid, het plattelandsbeleid en het mestbeleid vorm en voeren we het uit op het terrein. Zo dragen we samen met onze partners bij aan de realisatie van de Europese en Vlaamse natuur-, plattelands- en milieudoelen.

De VLM werd opgericht in 1988 en stelt ongeveer 600 personeelsleden te werk via 6 kantoren te Brugge, Gent, Brussel, Leuven, Herentals en Hasselt.

De foto's in onze perskamer zijn eigendom van de Vlaamse Landmaatschappij. Het gebruik van die foto's is toegestaan mits bronvermelding (copyright Vlaamse Landmaatschappij).

Neem contact op met