Hoe maakt u een correct bemestingsplan?

Landbouwers die in 2021 derogatie toepassen op hun bedrijf of landbouwers waarvan de bedrijfsevaluatie nitraatresidu in 2020 boven de eerste drempelwaarde lag, moeten een bemestingsplan opmaken voor hun bedrijf. De Mestbank vestigt de aandacht op informatie die daarin vaak ontbreekt en geeft tips voor de opmaak van een correct bemestingsplan. Dat plan is immers de basis om doordacht te kunnen bemesten, met het oog op een betere waterkwaliteit.

Het bemestingsplan is een belangrijke hulp bij de planning van een oordeelkundige bemesting op het bedrijf en moet voor 15 februari, dus van bij de start van het bemestingsseizoen, aanwezig zijn op het bedrijf. Een goed bemestingsplan houdt rekening met alle bemestingsparameters op het bedrijf en het is dus noodzakelijk dat al die gegevens terug te vinden zijn op het bemestingsplan.

Een volledig bemestingsplan moet de volgende gegevens bevatten:

  • gegevens over de dierlijke productie: per diercategorie op het bedrijf: de gemiddelde veebezetting, het staltype en de nettoproductie aan dierlijke mest (in kg N en kg P2O5);
  • gegevens over de mestsoorten op het bedrijf: per mestsoort: de opslagcapaciteit en de hoeveelheid mest die geproduceerd wordt (in ton of m³, kg N en kg P2O5);
  • gegevens over de bemesting op de percelen: per perceel of perceelsgroep: de ligging of de perceelsnummers, de oppervlakte, de voorteelt, de hoofdteelt, de nateelt, of er derogatie aangevraagd is, de verwachte bemestingsbehoefte van de gewassen (afzetruimte, in kg N en kg P2O5), de geplande bemesting per mestsoort (in ton of m³, kg N en kg P2O5) en de geplande bemesting door begrazing (in kg N en kg P2O5);
  • berekeningen op bedrijfsniveau op basis van de eerste 3 gegevens: de hoeveelheid mest per mestsoort die de landbouwer plant te gebruiken op het bedrijf en de geplande aan- en afvoer van alle soorten mest (in ton of m³, in kg N en kg P2O5).

In 2020 deed de Mestbank bij 230 landbouwers een controle van de bemestingsplannen. Bij 82% van de gecontroleerde landbouwers werd het bemestingsplan goedgekeurd, weliswaar bij iets meer dan de helft van de landbouwers met enkele tekortkomingen. Bij 18% van de gecontroleerde landbouwers werd het bemestingsplan afgekeurd omdat er te veel gegevens ontbraken.

De meest voorkomende opmerkingen bij de goedgekeurde bemestingsplannen waren:

  • geen gegevens over de dierlijke productie of, als de rubriek wel aanwezig was, geen gegevens over de staltypes;
  • geen gegevens over de mestsoorten of, als de rubriek wel aanwezig was, geen gegevens over de opslagcapaciteit van de mestsoorten;
  • geen vermelding van de afzetruimte of de geplande begrazing bij de percelen of perceelsgroepen;
  • geen berekeningen op bedrijfsniveau of enkel af te leiden uit de andere rubrieken.

In het algemeen is de percelenrubriek op het bemestingsplan goed uitgewerkt, maar moet er meer aandacht besteed worden aan de dierlijke productie, de mestsoorten en de bedrijfsberekeningen.

Bemestingsplannen worden afgekeurd als gegevens over de dierlijke productie en de mestsoorten op het bedrijf ontbreken. De Mestbank stelde vast dat er vaak geen berekeningen werden gemaakt op bedrijfsniveau, zodat niet duidelijk was hoeveel meststoffen de landbouwers wilden gebruiken op het bedrijf en hoeveel aan- of afvoer van meststoffen er verwacht kon worden.

Meer informatie over de praktische uitwerking van het bemestingsplan, vindt de landbouwer op de website van de VLM.

Op die pagina staat een document met bijhorende toelichting om een bemestingsplan op te maken. De toelichting omvat een beschrijving van hoe het plan moet worden ingevuld, aangevuld met een concreet voorbeeld. Het document van de VLM biedt de mogelijkheid om een bemestingsregister bij te houden, maar het Mestdecreet legt geen algemene verplichting op voor het bijhouden van een bemestingsregister. Alleen het gebruik van kunstmest moet in een register bijgehouden worden.

Landbouwers mogen ervoor kiezen om een eigen document te gebruiken als het alle noodzakelijke gegevens bevat.

 

Laat u leiden door de 4 J’s

Bij de opmaak van het bemestingsplan biedt deze video over de 4J’s (de juiste dosis, soort, tijdstip en bemestingstechniek) zeker houvast.

 

 

 

 

Contacteer ons

Leen Van den Bergh

Woordvoerder VLM

Juul Adriaens

Adjunct-woordvoerder VLM

Els Seghers

Adjunct-woordvoerder VLM

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over Vlaamse Landmaatschappij

De NV Vlaamse Landmaatschappij is een Extern Verzelfstandigd Agentschap van de Vlaamse overheid onder de bevoegdheid van de Vlaams minister van Omgeving en Landbouw en van de Vlaams minister van Binnenland, Steden- & Plattelandsbeleid, Samenleven, Integratie & Inburgering, Bestuurszaken, Sociale Economie en Zeevisserij.  

Onder het motto ‘Samen versterken we de open ruimte’ maakt de VLM werk van een milieu- en natuurvriendelijke landbouw, een klimaatrobuuste open ruimte en een vitaal platteland. Daarvoor verbinden we landbouw- en milieudoelen, investeren we in complexe openruimtedossiers en faciliteren we samenwerkingsverbanden. Zo bieden we een antwoord op maatschappelijke uitdagingen zoals de klimaatverandering, de achteruitgang van de bodem- en waterkwaliteit, de afname van de biodiversiteit en de leefbaarheid op het platteland.

Samen met lokale en bovenlokale belanghebbenden geven we het openruimtebeleid, het plattelandsbeleid en het mestbeleid vorm en voeren we het uit op het terrein. Zo dragen we samen met onze partners bij aan de realisatie van de Europese en Vlaamse natuur-, plattelands- en milieudoelen.

De VLM werd opgericht in 1988 en stelt ongeveer 600 personeelsleden te werk via 6 kantoren te Brugge, Gent, Brussel, Leuven, Herentals en Hasselt.

De foto's in onze perskamer zijn eigendom van de Vlaamse Landmaatschappij. Het gebruik van die foto's is toegestaan mits bronvermelding (copyright Vlaamse Landmaatschappij).

Neem contact op met