Lage nitraatresidu’s gemeten in de bodem in 2024

nitraatresidumeting - copyright Vlaamse Landmaatschappij

Tussen 1 oktober en 15 november 2024 liet de Mestbank op 16.834 percelen bodemstalen nemen bij 9.441 landbouwers, om te bepalen hoeveel nitraat er in de bodem achterbleef op het einde van het groeiseizoen. Aangezien de resterende hoeveelheid nitraat in de winter naar het grond- en oppervlaktewater kan uitspoelen, is het nitraatresidu een belangrijke parameter om de waterkwaliteit te voorspellen en het gebruik van meststoffen te evalueren. Uit de meetcampagne bleek dat het nitraatresidu op het laagste punt bleef sinds het begin van de metingen in 2007.

In 2024 bedroeg het gemiddelde nitraatresidu van alle percelen in de staalnamecampagne 51 kg NO3--N/ha. Dat ligt erg dicht in de buurt van het milieukundig maximaal gemiddelde van 50 kg NO3--N/ha, nodig om de waterkwaliteit op een aanvaardbaar niveau te krijgen. De mediaanwaarde bedroeg 37 kg NO3--N/ha.

In totaal voldeed 80% van de geëvalueerde percelen in 2024 aan de wettelijke normen. In 2023 lag dat percentage op 77%. Zo’n 20% van de gemeten nitraatresidu’s in 2024 zijn nog steeds te hoog.

Teeltspecifieke verschillen blijven duidelijk zichtbaar

De hoogste overschrijdingen kwamen voor bij aardappelen, groenten, en sierteelt en boomkwekerij, met gemiddelde nitraatresidu’s van 76 tot 93 kg NO3--N/ha. Grasland, bieten en fruit lieten de laagste waarden zien, gemiddeld 32 tot 33 kg NO3--N/ha.

Er zijn een aantal verklaringen mogelijk voor de goede resultaten. 2024 was een nat jaar. Doordat het veel geregend heeft, konden heel wat gewassen beter groeien en namen ze meer voedingsstoffen op uit de bodem. Daarnaast zorgde de vele regen wellicht ook voor uitspoeling van nitraat voor de start van de staalnamecampagne. Er werd de voorbije twee jaar ook sterk ingezet op communicatie en sensibilisering over duurzame bemestings- en teeltpraktijken, onder andere via de werking van de Begeleidingsdienst voor betere bodem- en waterkwaliteit (B3W). Die praktijken zijn van groot belang om op het einde van het groeiseizoen een laag nitraatresidu in de bodem te behalen en uitspoeling naar het water in de winter te vermijden.

Op langere termijn (van 2015 tot 2024) vertonen de nitraatresiduwaarden, over alle teelten heen, gemiddeld een licht dalende tendens. Fruit, maïs en groenten vertonen hierin een betere (dalende) tendens, terwijl aardappelen, graan en ‘overige teelten’ dan weer net minder snel gunstig evolueren dan het gemiddelde.

Nieuwe mestmaatregelen: overschrijdingen enkel nog gevolgen op bedrijfsniveau

Door het gewijzigd Mestdecreet ondervinden enkel landbouwers met slechte resultaten op bedrijfsniveau nog gevolgen. Die bedrijven moeten zich verplicht laten begeleiden. Dat is bij 23 landbouwers het geval. Ook landbouwers die geen of onvoldoende bodemstalen laten nemen moeten zich verplicht laten begeleiden. Dit gaat om 107 landbouwers.

Ook de staalnamecampagne zal vanaf dit jaar anders verlopen. Evaluaties van het nitraatresidu worden voortaan enkel nog op bedrijfsniveau uitgevoerd, op basis van een risicoanalyse door de Mestbank. De geselecteerde bedrijven worden daarvan in september op de hoogte gebracht.

Duurzaam bemesten blijft de boodschap

Bedankt aan alle landbouwers die bemesten volgens de 6J’s. Dat zijn 6 principes van duurzame bemesting: bemesten met de juiste mestsoort, de juiste dosis, op het juiste tijdstip, met de juiste bemestingstechniek, op de juiste plaats en met het juiste teeltplan draagt bij aan de verbetering van de waterkwaliteit in het landbouwgebied. ​

Nitraatresidurapport 2024 vanaf nu beschikbaar

Bekijk hier het volledige nitraatresidurapport 2024.

Meer informatie over de meting van het nitraatresidu is beschikbaar op https://www.vlm.be ​ ​

 

Leen Van den Bergh

Woordvoerder VLM

 

 

 

 

Contacteer ons

Leen Van den Bergh

Woordvoerder VLM

Juul Adriaens

Adjunct-woordvoerder VLM

Els Seghers

Adjunct-woordvoerder VLM

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over Vlaamse Landmaatschappij

De NV Vlaamse Landmaatschappij is een Extern Verzelfstandigd Agentschap van de Vlaamse overheid onder de bevoegdheid van de Vlaams minister van Omgeving en Landbouw en van de Vlaams minister van Binnenland, Steden- & Plattelandsbeleid, Samenleven, Integratie & Inburgering, Bestuurszaken, Sociale Economie en Zeevisserij.  

Onder het motto ‘Samen versterken we de open ruimte’ maakt de VLM werk van een milieu- en natuurvriendelijke landbouw, een klimaatrobuuste open ruimte en een vitaal platteland. Daarvoor verbinden we landbouw- en milieudoelen, investeren we in complexe openruimtedossiers en faciliteren we samenwerkingsverbanden. Zo bieden we een antwoord op maatschappelijke uitdagingen zoals de klimaatverandering, de achteruitgang van de bodem- en waterkwaliteit, de afname van de biodiversiteit en de leefbaarheid op het platteland.

Samen met lokale en bovenlokale belanghebbenden geven we het openruimtebeleid, het plattelandsbeleid en het mestbeleid vorm en voeren we het uit op het terrein. Zo dragen we samen met onze partners bij aan de realisatie van de Europese en Vlaamse natuur-, plattelands- en milieudoelen.

De VLM werd opgericht in 1988 en stelt ongeveer 600 personeelsleden te werk via 6 kantoren te Brugge, Gent, Brussel, Leuven, Herentals en Hasselt.

De foto's in onze perskamer zijn eigendom van de Vlaamse Landmaatschappij. Het gebruik van die foto's is toegestaan mits bronvermelding (copyright Vlaamse Landmaatschappij).

Neem contact op met