Landbouwers mogen langer inzaaien, Demir versoepelt vanggewasverplichting door extreem droge weersomstandigheden

Iedereen heeft er de mond van vol: het is uitzonderlijk droog. Doordat de bodems er kurkdroog bijliggen na de aanhoudende droogte van de voorbije weken, is het momenteel niet overal mogelijk om bodembewerkingen uit te voeren en de vanggewassen uiterlijk 15 september in te zaaien. Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir heeft daarom uitzonderlijk enkele versoepelingen beslist op de vanggewasverplichting van het Mestdecreet.

“De uiterste inzaaidatum van vanggewassen wordt met twee weken uitgesteld van 15 september tot 30 september. Inzaaien is op dit moment immers niet evident door de droogte. Daarnaast kunnen landbouwers ook nu nog instappen in enkele equivalente maatregelen die tot doel hebben om niet opgenomen nutriënten in de bodem op te nemen zodat ze niet kunnen uitspoelen”, klinkt het bij Demir.

Het gaat om de equivalente maatregelen ‘Wintergranen of wintervlas na nitraatgevoelige hoofdteelten’ en de equivalente maatregel ‘Afvoer oogstresten’. “We tonen zo begrip voor de uitzonderlijke omstandigheden op het platteland en geven onze landbouwers meer ademruimte om alsnog de nodige maatregelen te nemen om zorg te dragen voor de waterkwaliteit”.

De inzaai van vanggewassen moet zorgen voor een betere opname van de resterende stikstof in de bodem. Door de extreme weersomstandigheden zijn de bodems echter zo droog dat het beter is om voor de inzaai van de vanggewassen - en de bijbehorende bodembewerkingen - wat meer tijd te nemen. ​ Pas als er neerslag valt op de warme bodems komen de bodemprocessen immers op gang. Daarom staat de minister uitzonderlijk een afwijking op de vanggewasregeling toe.

Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir: “De droogte speelt zowel onze landbouwers als de toestand van het platteland en onze natuur parten. Om de waterkwaliteit maximaal te verbeteren is in de huidige omstandigheden een latere inzaai van de vanggewassen te verantwoorden. De vanggewassen zullen zich zo nog voldoende ontwikkelen om toch nog reststikstof op te nemen.”

De afwijking geldt voor volgende bepalingen uit het Mestdecreet:

  • Type 2 en type 3 meststoffen mochten opgebracht worden na de oogst van de hoofdteelt en uiterlijk tot 31 augustus op voorwaarde dat er uiterlijk 15 september een vanggewas ingezaaid wordt.
  • Op percelen in de gebiedstypes 1, 2 en 3 moet een nateelt ingezaaid worden of moet er uiterlijk 15 september een vanggewas ingezaaid worden als de hoofdteelt uiterlijk 31 augustus geoogst is. Dat is de zogenaamde basismaatregel vanggewassen.
  • Op percelen in de gebiedstypes 2 en 3 is een extra verplichting voorzien voor het inzaaien van vanggewassen. Op die percelen moet een doelareaal aan vanggewassen gerealiseerd worden. Om mee te tellen voor het doelareaal, moeten de vanggewassen uiterlijk 15 september ingezaaid zijn; uitgezonderd na de oogst van aardappelen en maïs waar de inzaaidatum 15 oktober is.
  • Op derogatiepercelen wintertarwe en Triticale moet uiterlijk 15 september een niet-vlinderbloemig vanggewas ingezaaid worden.

De versoepeling op de inzaaidatum geldt voor de datum van 15 september; op de inzaaidatum van 15 oktober wordt niet afgeweken.

Om het doelareaal op percelen in gebiedstype 2 en 3 te realiseren, kunnen landbouwers nog kiezen voor de equivalente maatregel ‘Afvoer oogstresten’ en de equivalente maatregel ‘Wintergranen of wintervlas na nitraatgevoelige hoofdteelten’. De minister staat toe dat de landbouwers nog tot 31 oktober een aanvraag indienen via het Mestbankloket. De voorwaarden van de equivalente maatregelen blijven van toepassing en zijn terug te vinden op de website van de Vlaamse Landmaatschappij.

Met deze versoepelingen toont minister Demir begrip voor de uitzonderlijke omstandigheden en geeft ze de landbouwers meer ademruimte om alsnog de nodige maatregelen te nemen om zorg te dragen voor de waterkwaliteit.

Minister Demir: “Het is voor de voltallige Vlaamse regering de uitdaging om de komende maanden een klimaatrobuust nieuw mestactieplan uit te werken met maatregelen die een betere waterkwaliteit garanderen op een werkbare manier. Er is nog steeds nood aan een kentering om de vooropgestelde doelstellingen te halen.”

Voor meer inhoudelijke informatie:

Sabine De Mulder, diensthoofd dataverwerking en -analyse
T: 02 543 76 01
[email protected]

 

Voor meer persinformatie:

Leen Van den Bergh, diensthoofd Communicatie en woordvoerder VLM

Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel
GSM 0499 05 26 03

 

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over Vlaamse Landmaatschappij

De NV Vlaamse Landmaatschappij is een Extern Verzelfstandigd Agentschap van de Vlaamse overheid onder de bevoegdheid van de Vlaams minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme.  

Voor de Vlaamse Landmaatschappij zijn een veerkrachtige open ruimte vol leven en een dynamisch platteland het antwoord op uitdagingen als de verstedelijking, de klimaatverandering en de achteruitgang van de biodiversiteit. We versterken de open ruimte en het platteland door te investeren in bodem- en waterkwaliteit, biodiversiteit, ruimte voor voedsel en sociale cohesie. We zorgen voor een kwaliteitsvol landschap en een gezonde omgeving, waar het goed is om te leven en te werken en waar er ruimte is voor ontspanning. 

Samen met lokale en bovenlokale belanghebbenden geven we het openruimtebeleid, het plattelandsbeleid en het mestbeleid vorm en voeren we het uit op het terrein. Zo dragen we samen met onze partners bij aan de realisatie van de Europese en Vlaamse natuur-, plattelands- en milieudoelen.

De VLM werd opgericht in 1988 en stelt ongeveer 600 personeelsleden te werk via 6 kantoren te Brugge, Gent, Brussel, Leuven, Herentals en Hasselt.

De foto's in onze perskamer zijn eigendom van de Vlaamse Landmaatschappij. Het gebruik van die foto's is toegestaan mits bronvermelding (copyright Vlaamse Landmaatschappij).

Contact