Landbouwgrond zoekt korteketenproject
17 mei 2023
Als je op het dorsplein van Vremde staat, geloof je niet dat vijf kilometer verder de grenzen van het dichtbevolkte Antwerpen liggen. Onder de schaduw van de kerk vind je een cafeetje, een dorpsschool en een bakker. Wandel je twee minuutjes in eender welke richting, dan zie je een groen landschap met graslanden, bosjes en akkers. Op een van die akkers staat er wat te veranderen. VLM houdt een projectoproep en zoekt naar landbouwers die een korteketenproject willen uitbouwen.
De projectoproep is een eerste verwezenlijking van het toekomstige landinrichtingsproject Antwerpse Zuidrand. Wij spraken af met Sabine en Nathalie, de projectmanager en landbouweconome van het project.
Zo’n projectoproep, hoe gaat dat in z’n werk?
Sabine: We gaan voor een perceel van 3,5 hectare op zoek naar een korteketenproject. De afgelopen twee maanden konden landbouwers zich kandidaatstellen en hun project voorstellen. In de oproep hebben we vier beoordelingscriteria opgenomen. De belangrijkste factor is het plan van aanpak, maar we houden ook rekening met een economische, maatschappelijke en ecologische component. Het is belangrijk dat we een capabele landbouwer vinden met een rendabel project. In dat project moet dan ook aandacht zijn voor de consument, samenwerking en een duurzame bedrijfsvoering.
Nathalie: Nog voor de zomer wijzen we het gebruik van de grond toe aan een landbouwer, die in 2024 kan starten. Het is de bedoeling dat de VLM deze percelen voor minstens vijf jaar ter beschikking stelt voor het project. Heel veel jonge landbouwers die niet uit een landbouwersgezin komen, hebben veel moeite om landbouwgrond te vinden in Vlaanderen. Projectoproepen zoals deze kunnen dat probleem verlichten. Als het project na die vijf jaar rendabel is, bekijken we samen hoe de landbouwer op de lange termijn verder kan met zijn onderneming. De gemeente, een organisatie als De Landgenoten of de initiatiefnemer zelf kunnen dan eventueel de gronden overnemen om het project verder te zetten.
Waarom juist deze grond?
Nathalie: De percelen liggen op fietsafstand van niet alleen Antwerpen, maar ook de dorpskernen van Vremde en Boechout. Er zijn al projecten met korte keten in de buurt die goed aanslaan. Er is dus een markt voor. We willen ook de samenwerking tussen die bedrijven stimuleren. Bovendien is de zandleembodem ideaal voor fruit- en groenteteelt. Met een oppervlakte van 3,5 hectare heb je een groot, maar overzichtelijk stuk grond dat voldoende inkomen kan genereren.
Hoe is de oproep tot stand gekomen?
Sabine: In 2020 was er het idee om een grondenbank op te richten voor initiatieven zoals deze projectoproep. Om na te gaan hoe deze grondenbank kan werken, ging de VLM op zoek naar mogelijke pilootprojecten. Via het landinrichtingsproject Antwerpse Zuidrand kwam deze grond in Vremde in het vizier. Na Perkuus in de Vlaamse Rand, wordt dit dan het tweede pilootproject.
Er wordt gezocht naar korteketenlandbouw. Waarom is die korte keten belangrijk?
Sabine: De VLM gaat volledig voor een duurzame landbouwtransitie. Korte keten past helemaal in dat plaatje. In essentie draait korte keten om een rechtstreekse relatie tussen producent en consument. Hoe minder schakels in de keten, hoe kleiner de ecologische voetafdruk. Voedselkilometers verkleinen doordat mensen lokale en seizoensgebonden groenten eten. De betrokkenheid van de consument zorgt voor een persoonlijke band en sociale samenhang. Klanten leren ook meer over landbouwpraktijken, hun voedsel en het landschap. Ze leren het verhaal kennen achter de tomaat, wortel en aardappel op hun bord.
Nathalie: Belangrijk is ook dat de producent hier zelf de prijs bepaalt. In meer traditionele landbouw is dat niet het geval. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat reguliere landbouw niet duurzaam kan zijn. Een fruitteler die zijn appels via de veiling verkoopt:, dat kan in principe heel lokaal. Maar het is geen korte keten. Er is geen directe relatie tussen de producent en consument.
Deze oproep komt tot stand binnen een landinrichtingsproject. Is dat een goede match?
Nathalie: Zeker. Om te beginnen is het een dankbaar instrument om de geschikte gronden op te sporen. Deze grond verscheen op onze radar tijdens het onderzoek naar de haalbaarheid van het landinrichtingsproject. Bij dat onderzoek hoort ook een landbouwstudie. We krijgen dan een heel goed beeld van de landbouwgronden in de projectperimeter. Tijdens het onderzoek praat je ook met de betrokken gemeentes. In dit geval hoorden we dat Boechout, waarvan Vremde een deelgemeente is, ruimte wil geven aan dergelijke projecten.
Sabine: Het levert ook extra kansen op voor zowel het landinrichtingsplan als de landbouwer. De waterhuishouding en de kwaliteit van de bodem verbeteren, zijn belangrijke doelstellingen in het project. Werken rond die thema’s levert voor beide partijen een voordeel op. Er zijn ook mogelijkheden om houtkanten aan te planten en een recreatief pad aan te leggen. Met landinrichting kunnen we de gronden inpassen in een ruimer, ingericht gebied.
Dit is, samen met project Perkuus, een pilootproject. Wat kunnen we uit beide projecten leren?
Nathalie: We plannen een jaarlijkse evaluatie met de landbouwer. We gaan dan onder andere na of het bedrijf rendabel is, hoe de samenwerking met de VLM verloopt en wat het toekomstperspectief is. Daar kunnen we als VLM veel uit leren. Eén les die we wel al konden trekken, was dat er onverwacht veel tijd zat tussen de aankoop van de gronden en het toewijzen van het project. Die tijd moeten we in de toekomst invullen met een tijdelijke oplossing.
Sabine: We krijgen veel vragen over korteketenprojecten, ook vanuit andere plaatsen. We merken dus dat er veel interesse in is. Het is belangrijk dat we de pilootprojecten goed opvolgen. Als ze succesvol zijn, lijkt het me een zeer goed idee om dergelijke projecten te herhalen. Landinrichtingsprojecten kunnen daarin een belangrijke rol spelen, omdat daar veel kennis verzameld wordt over lokale gronden. Landinrichting kan zo een hefboom zijn.