Leren door te doen
Terugblik op het Open Ruimte Platform XL 3 maart 2020
4 maart 2020
Het Open Ruimte Platform. Euhm, wablieft?
Sinds 2014 bundelen administraties, het middenveld, kennisinstellingen en lokale actoren hun krachten in het Open Ruimte Platform (ORP). Samen streven ze naar een maatschappelijk gedragen aanpak voor de versterking van de open ruimte in Vlaanderen. Daarbij zoeken ze naar een betere match tussen de lokale ideeën, initiatieven en gebiedscoalities enerzijds en de realisatie van de Vlaamse beleidsdoelen rond water, natuur, bos, voedsel, klimaat en open ruimte anderzijds. Sneller tot betere en tot meer resultaten komen, daar gaan ze voor. Hoe? Door via een programmabenadering op verschillende plaatsen tegelijk aan dezelfde thematische uitdagingen te werken en vooral door onderlinge samenwerking en afstemming.
Van kennisnetwerk naar uitvoeringsmachine
In 2017 werd de oproep voor de het eerste programma WATER+LAND+SCHAP gelanceerd. 14 gebiedscoalities kregen via landinrichting ondersteuning om watergebonden problemen op een vernieuwende manier aan te pakken. Ondertussen zijn er vier nieuwe programmateams aan het werk die rond de thema’s bodem, luwteoases, voedsellandschappen en ontharding zoeken naar een afstemming en integratie van verschillende beleidsdoelen, instrumenten en kennis, om initiatieven op het terrein te ondersteunen. Recent besliste minister Zuhal Demir om ook een programma rond bebossing op te starten. Daarbij zullen administraties en vele lokale actoren samenwerken om tegen het einde van deze legislatuur 4000 hectare bijkomend bos aan te planten.
Op zoek naar gedeeld belang
Op dinsdag 3 maart verzamelden 190 deelnemers zich in het Paleis der Academiën in Brussel voor een evaluatiedag over de programmawerking. Daar hoorden ze van adjunct-kabinetchef Maarten Hens, die minister Zuhal Demir kwam vervangen, dat meer resultaten, snellere resultaten en een grotere maatschappelijke betrokkenheid exact is wat onze nieuwe minister van Omgeving wil bereiken. Wie open ruimte zegt, zegt tegelijk ook bouwshift en Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Zaken die voor de minister hand in hand moeten gaan met een uitdrukkelijke versterking van de open ruimte.
Professor Hans Leinfelder (KU Leuven) vertelde de deelnemers dat de programmabenadering een aanvulling is op het reguliere beleid en op de gebiedsgerichte projecten. Het bundelen van krachten kan versnellend en innoverend werken, maar het is opletten voor het doorschuiven van verantwoordelijkheden. De open ruimte in Vlaanderen is schaars en de claims op de open ruimte zijn groot. En dus loont het volgens Saartje Degelin van de Boerenbond vooral om op zoek te gaan naar het gedeeld belang. Dan zijn er echte kansen om concrete stappen vooruit te zetten. Bij de zoektocht naar een gedeeld belang is het opbouwen van vertrouwen essentieel en daar moeten we de tijd voor nemen.
In een programmabenadering wordt een louter sectorale kijk verlaten en het eigenbelang verschuift dus wat meer naar achter. Dat dit niet altijd evident is spreekt voor zich. Daarom schreven de ondersteunende partners van het ORP de ‘Open Ruimte Werken’, een essay met zes WERK-punten. Die werpen een terugblik op de ervaringen van de voorbije jaren en formuleren een kritische vooruitblik op de programmawerking als werkwijze voor het Vlaamse openruimtebeleid in de komende jaren.
Toon Denys, gedelegeerd bestuurder van de VLM, bedankte de programmatrekkers die bovenop hun reguliere werk bijkomende inspanningen hebben geleverd om 4 nieuwe programma's uit de grond te stampen.
Ondernemerschap is key
Tijdens het sofagesprek over het programma WATER+LAND+SCHAP nam Maja Verbeeck (provincie Oost-Vlaanderen) ons mee naar de case van de Barbierbeek, waar men onder andere bufferzones langs de beek wil aanleggen en oplossingen wil zoeken voor de waterhuishouding van de naburige landbouwbedrijven. Ankatrien Boulanger en Myrtle Verhaeven (Regionaal Landschap Rivierenland) vertelden met veel enthousiasme over de watergebonden uitdagingen in de Mechelse groentestreek. Bernard De Potter, leidend ambtenaar bij de Vlaamse Milieumaatschappij, benadrukte dat ondernemerschap op alle niveaus essentieel is om vooruitgang te boeken en sprak zijn waardering uit voor alle lokale initiatiefnemers.
Enkele kritische bedenkingen kwamen aan bod. Zo kwam de vraag om voldoende stil te staan bij welk instrument het meest geschikt is om een programma tot uitvoering te brengen. Landinrichting is een sterk instrument, maar brengt voor de lokale gebiedscoalities ook een grote administratieve druk met zich mee. Op het vlak van communicatie en procesbegeleiding is ondersteuning noodzakelijk om projecten echt tot uitvoering te brengen.
Liefde voor het vak
Er werd uiteraard ook vooruitgekeken, want de open ruimte in Vlaanderen staat nog steeds sterk onder druk.
Kathy Belpaeme, recent aangesteld als coördinator FOODSHIFT 2030 bij de stad Oostende, presenteerde ons 6 beelden die duidelijk maken dat het werk nog lang niet klaar is. Door te wijzen op onder andere het aantal landbouwbedrijven dat geen opvolging heeft en de vraag wat er met de landbouwgronden zal gebeuren als die de komende jaren vrijkomen, deed ze ons stil staan bij de hoge grondprijzen, de mogelijkheden rond lokale voedselproductie, de rol van steden en gemeenten daarin en de kansen of bedreigingen die dat met zich meebrengt voor het landschap.
Professor Michiel Dehaene (UGent) maakt nog maar heel recent deel uit van de klankbordgroep van het ORP. Met behulp van 10 ‘nooit verzonden’ tweets, presenteerde hij als een wervelwind een aantal prangende dilemma’s en vraagstukken.
De voormiddag afronden deed Ignace Schops, directeur van het Regionaal Landschap Kempen en Maasland. De enige zekerheid die hij ons bracht is dat alles voortdurend verandert. We moeten ruimte geven aan de ruimte, niet binnen de bestaande kaders maar door nieuwe kaders te tekenen. Anders zal het niet lukken. Dat bracht ons bij de toekomst van het ORP. Ignace Schops deed een oproep aan de beleidsmakers om hun verantwoordelijkheid te nemen en over een structurele verankering van het ORP na te denken. Last but not least moeten we volgens hem met meer liefde opkomen voor de open ruimte en voor elkaar. Van een inspirerende afsluiter gesproken!
De voormiddag bracht meer dan voldoende ‘food for thought’ tijdens de gesmaakte netwerklunch. In de namiddag was er ruimte voor interactie in de werksessies die georganiseerd werden door de programmatrekkers. Na de interactieve sessies werd er nog lang nagepraat. Met een XL-portie inspiratie en energie keerde iedereen weer huiswaarts.
In naam van de VLM en het ondersteunend team een dikke dankjewel aan alle sprekers die hebben bijgedragen aan deze bijzondere dag.
Het Open Ruimte Platform bestaat momenteel uit de volgende partners:
De actoren op het terrein: de voorbije jaren zijn er meer dan 400 actoren gemobiliseerd, onder andere via de lokale gebiedscoalities in het programma Water+Land+Schap.
Een dynamische klankbordgroep met vertegenwoordigers uit de administratie, het middenveld, kennisinstellingen en nieuwe actoren: Vlaamse overheid (Dep. Omgeving, VLM, VMM, INBO, ILVO, ANB, MOW, OVAM, Landbouw & Visserij, Agentschap Zorg en Gezondheid, Bestuurszaken (Stedenbeleid), Agentschap Ondernemen, Agentschap Onroerend Erfgoed), MINA-raad, Provincies, VVSG, VVP, VRP, wetenschappelijke instellingen (UGent, KULeuven), Regionale Landschappen, middenveld (Boerenbond, Natuurpunt, BBL) en Architecture Workroom Brussels.
De trekkers van het Open Ruimte Platform: het Departement Omgeving, de Vlaamse Landmaatschappij, de VVSG, de VVP, de koepel van de regionale landschappen en de VRP.
Een team van ondersteunende partners: Architecture Workroom Brussels, Voorland en de KULeuven.