Merel Goossens – Bodempionier bij Leiedal
Van ontharding tot landbouwtransitie
2 juli 2025

Elke maand trekken we de laarzen aan en trekken we naar het veld voor een praktijkdag bij één van de pioniers.
Op 20 februari bijt Merel Goossens, ruimtelijk planner bij intercommunale Leiedal, de spits af. De eerste samenkomst van het lerend netwerk wordt gehost door Merel en haar collega’s op de Transfo-site in Zwevegem.
In Zuid-West-Vlaanderen werkt Leiedal samen met dertien steden en gemeenten aan een kwalitatieve, klimaatrobuuste en veerkrachtige leefomgeving. Bodemgezondheid speelt daarbij een centrale rol, zowel in stadscentra, op bedrijventerreinen als in het buitengebied. Meer zelfs: bodemzorg is een essentieel fundament voor het creëren van een duurzame regio.
Volgens Merel is duurzame bodemzorg niet gewoon een technocratisch verhaal, maar wel een collectieve keuze voor langetermijndenken.
Eén van de krachtigste hefbomen richting regeneratie is: “de neuzen in dezelfde richting krijgen”.
De intercommunale neemt ons mee in het verhaal van drie (experimentele) projecten: het Interreg project Klimaatrobuust Stadsgroen, het voormalig bedrijventerrein Pattyne-Duprez, Weerbaar Water-Land-Schap.
Drie projecten
Leiedal zet in de projecten in op:
- het beschermen en herwaarderen van open ruimte,
- duurzame vergroening van stedelijke omgeving, met aandacht voor plantenkeuze enerzijds, en anderzijds ecologische aanplant- en beheermethodes
- de koppelkansen tussen landbouwactiviteiten en het nastreven van voldoende ruimte voor (kwalitatief) water en bodemzorg.
Leiedal is sinds 2024 partner in het Interreg-project Klimaatrobuust Stadsgroen. Het project Klimaatrobuust Stadsgroen richt zich op klimaatrobuuste aanplant in stedelijke omgevingen via multilayer- en plantconcepten. Kragten (NL) ontwikkelt deze concepten met aandacht voor bodemopbouw en plantkeuze. UGent onderzoekt boom-struik-combinaties en monitort proeflocaties. Samen testen en optimaliseren ze duurzame groenoplossingen voor de stad.
Ook buiten de stad zijn de ambities tastbaar. In Avelgem werd een voormalig bedrijventerrein – Pattyne-Duprez – aangekocht en al deels gesloopt. Dit terrein, gelegen in de Scheldemeersen, wordt niet herbestemd voor nieuwe infrastructuur, maar in twee fases onthard en omgevormd tot natuurgebied. In samenwerking met Natuurpunt wordt de spontane terugkeer van flora gemonitord, terwijl de bodem zich op natuurlijke wijze herstelt. Het terrein zal zijn industriële bestemming definitief verliezen en als volwaardige natuur deel uitmaken van de Scheldemeersen.
Daarnaast richt Leiedal zich op de toekomst van landbouw in de regio. Via het project Weerbaar Water-Land-Schap kon in 2022 vijf hectare landbouwgrond worden aangekocht in Deerlijk. Drie hectare daarvan wordt vanaf 2026 ingezet als pilootsite voor duurzame en regeneratieve landbouwpraktijken. In samenwerking met agro-ecologische partners zullen hier teelten getest worden die de bodem verbeteren. Het doel is om deze inzichten later toe te passen op andere publieke gronden in de regio en zo de landbouwtransitie te versnellen.
Wat maakt deze aanpak innovatief?
Wat deze aanpak innovatief maakt, is de integrale blik. De bodem wordt niet beschouwd als een neutrale ondergrond, maar als een levend ecosysteem dat fysisch, chemisch en biologisch in balans moet zijn. Leiedal wil verder gaan dan kleinschalige initiatieven, maar bodemzorg structureel verankeren in ruimtelijke planning, stadsontwikkeling en landbouwbeleid. De opgebouwde kennis wordt actief gedeeld binnen een netwerk van ervaringsdeskundigen, zodat ook andere regio’s mee kunnen evolueren.
Hoe kijkt Merel Goossens naar de toekomst?
Merel is hoopvol, zolang samenwerking centraal staat. Want het succes van bodemregeneratie hangt volgens haar niet alleen af van de juiste technieken, maar vooral van mensen die bereid zijn om samen te werken, over sectoren heen.