Nitraatresiducampagne 2019: belangrijkste resultaten en overzicht van de gevolgen voor landbouwers

De jaarlijkse nitraatresiducampagne, die loopt van 1 oktober tot 15 november, is een belangrijk instrument om na te gaan of de landbouwers oordeelkundig bemesten. Bij een correcte bemesting, blijft na de oogst niet te veel nitraat achter in de bodem dat kan uitspoelen naar het grond- en oppervlaktewater. Het gemiddelde gemeten nitraatresidu tijdens de nitraatresiducampagne 2019 bedraagt 85 kg N/ha. Die uitkomst is iets beter dan in 2018, toen het gemiddelde 90 kg N/ha bedroeg. De jaren daarvoor, van 2015 tot 2017, lag het gemiddelde wel lager dan nu.

Overzicht resultaten

In het najaar van 2019 moesten 10.184 bedrijven het nitraatresidu op een van hun percelen laten meten (perceelsevaluatie) en 3.681 bedrijven moesten dat op meerdere percelen doen (bedrijfsevaluatie). In totaal werden 518 perceels- en 194 bedrijfsevaluaties geannuleerd, voornamelijk wegens teeltschade. Er konden dus in het totaal 9359 perceelsevaluaties (waaronder 4757 op kosten van de Mestbank) en 3178 bedrijfsevaluaties gebeuren. Er waren 616 landbouwers die hun verplichting niet nakwamen of de staalname verhinderden.

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de resultaten van de gemeten nitraatresidu’s bij de perceelsevaluaties en bedrijfsevaluaties.

Hieronder ziet u een overzicht van het gemiddelde gemeten nitraatresidu per teeltgroep tijdens de laatste 5 jaar.

De teeltgroep bieten bestaat pas sinds 2019, door MAP 6. Het gemiddelde gemeten nitraatresidu (kg N/ha) lag dit jaar iets lager dan in 2018 voor alle teeltgroepen, behalve voor de groep overige teelten. De sterke stijging voor de overige teelten in 2019, is wellicht toe te schrijven aan het feit dat bieten vroeger tot die teeltgroep behoorden.Als je de totaalscores vergelijkt, valt een stijging op vanaf 2017.

Gevolgen en maatregelen bij een slechte evaluatie of nalatigheid van de verplichtingen

De Mestbank legt gevolgen en maatregelen op aan alle bedrijven waar te hoge nitraatresiduwaarden worden gemeten. Die gelden voor het hele kalenderjaar 2020 en zijn gericht op een maximale vermindering van het risico op uitspoeling van nutriënten. Naargelang de gradatie van de overschrijding worden andere gevolgen en maatregelen opgelegd.

Landbouwers kunnen raadplegen welke gevolgen en/of maatregelen ze kregen opgelegd op het Mestbankloket (www.mestbankloket.be), in de rubriek Status bedrijf > Status. De landbouwers werden ook via e-mail of brief op de hoogte gebracht van hun maatregelen en het al dan niet verkrijgen van hun vrijstelling.

Overschrijding ​ van een perceelsevaluatie

Bedrijven waarbij op een perceel in gebiedstype 0 een nitraatresidu werd waargenomen tussen de eerste en de tweede drempelwaarde, moeten in 2020 opnieuw een perceelsevaluatie laten uitvoeren. Gebeurt dat twee jaar op rij, dan moet de landbouwer het jaar erna een bedrijfsevaluatie doen.

In gebiedstype 1, 2 of 3 is de waterkwaliteit slechter. Daarom zijn de gevolgen bij een overschrijding strenger dan in gebiedstype 0. Zo moet het bedrijf bij een overschrijding van de eerste drempelwaarde het jaar nadien meteen een bedrijfsevaluatie doen.

Verder geldt dat als het gemeten nitraatresidu op een perceel hoger ligt dan de eerste drempelwaarde, de landbouwer in 2020 geen derogatie mag toepassen op dat perceel.

Figuur 1. Overzicht van de verschillende scenario’s van een perceelsevaluatie in 2019 en de daaraan gekoppelde gevolgen in 2020. ​ DW staat voor drempelwaarde. De cijfers geven het aantal landbouwers weer per mogelijk scenario ten gevolge van de nitraatresiducampagne van 2019.

Overschrijding van een bedrijfsevaluatie

Als bij een bedrijfsevaluatie alleen de eerste gemiddelde gewogen drempelwaarde wordt overschreden, moet de landbouwer in 2020 opnieuw een bedrijfsevaluatie doen. Sinds MAP 6 zal hij daarnaast ook een bemestingsplan en teeltfiches moeten bijhouden en mag hij geen derogatie toepassen op percelen waarop in 2019 een nitraatresidu boven de eerste drempelwaarde werd gemeten.

Wordt de tweede gemiddelde gewogen drempelwaarde overschreden, of ligt de waarde twee jaar na elkaar tussen drempelwaarde één en twee, dan mag de landbouwer naast de bovenstaande maatregelen het jaar nadien op geen enkel van zijn percelen derogatie toepassen.

Figuur 2. Overzicht van de verschillende scenario’s van een bedrijfsevaluatie in 2019 en de daaraan gekoppelde gevolgen in 2020. DW staat voor drempelwaarde. De cijfers geven het aantal landbouwers weer per mogelijk scenario ten gevolge van de nitraatresiducampagne van 2019.

Bedrijven die in 2019 een focusbedrijf categorie 2 of 3 waren en geen positieve bedrijfsevaluatie hadden, behouden in 2020 het reductiepercentage op de bemestingsnorm werkzame stikstof. Bedrijven die in 2019 een focusbedrijf categorie 3 waren, behouden daarnaast ook hun percentage verplichte inzaai van vanggewassen. Zij kunnen die percentages terugvinden op het Mestbankloket.

Deze extra maatregelen komen pas te vervallen na een positieve bedrijfsevaluatie. Daarbij wordt getoetst aan de strengste gewogen gemiddelde drempelwaarde. Na de nitraatresiducampagne van 2019 zijn er nog 325 bedrijven die de maatregelen van focusbedrijf categorie 2 en 188 die de maatregelen van focusbedrijf categorie 3 blijven behouden.

Stalen werden niet genomen of de staalname werd verhinderd

In het totaal waren er 616 landbouwers die hun verplichting niet nakwamen of de staalname verhinderden. Landbouwers die hun verplichting voor een perceelsevaluatie niet nakwamen, moeten in 2020 een bedrijfsevaluatie doen. Een bedrijf dat in 2019 een verplichte bedrijfsevaluatie moest doen maar dat niet gedaan heeft, moet in 2020 een bemestingsplan en teeltfiches bijhouden en mag geen derogatie toepassen op zijn bedrijf.

Landbouwers die hun verplichte nitraatresidustalen niet lieten nemen, krijgen daarnaast ook nog een boete van 150 euro per niet genomen staal. Als dat in een van de vijf voorgaande jaren ook gebeurde, verdubbelt de boete per niet genomen staal.

Vrijstellingen gebiedsgerichte maatregelen gebiedstype 2 en 3

Bedrijven die oordeelkundig bemesten en geen risico vormen voor de uitspoeling van nitraten, kunnen een vrijstelling verkrijgen van de gebiedsgerichte maatregelen in gebiedstype 2 en 3. Meer info over de gebiedsgerichte maatregelen is terug te vinden op de website van de VLM.

Om een vrijstelling te verkrijgen, moeten landbouwers een bedrijfsevaluatie laten uitvoeren. Als die voldoet aan de strengste drempelwaarden en de overige voorwaarden, krijgen ze automatisch een vrijstelling. Zo kan het gebeuren dat een bedrijf ambtshalve een vrijstelling krijgt, ook al werd hiervoor in 2019 geen aanvraag gedaan.

Voor 2020 hebben 1.036 landbouwers een vrijstellingen gekregen, waarvan er 148 een aanvraag deden. De overige 888 landbouwers kregen die vrijstelling ambtshalve toegewezen. Daarnaast zijn er 2.943 landbouwers ​ die hun vrijstelling behouden en bij 459 landbouwers werd die ingetrokken.

Om hun vrijstelling te behouden moeten bedrijven jaarlijks een perceelsevaluatie doen. Als die negatief is, moet de landbouwer het jaar erop een bedrijfsevaluatie doen ongeacht het gebiedstype. Hij behoudt in dat jaar nog zijn vrijstelling, maar mag geen derogatie toepassen op het perceel waarop in 2019 een nitraatresidu boven de eerste drempelwaarde werd gemeten. Is zijn bedrijfsevaluatie in dat volgende jaar slecht, dan vervalt de vrijstelling in het daaropvolgende jaar.

Als het bedrijfsareaal met meer dan 25% of meer dan 10 ha wordt uitgebreid, moet de landbouwer een bedrijfsevaluatie uitvoeren om zijn vrijstelling te behouden.

Een landbouwer kan een (nieuwe) vrijstelling aanvragen tot 1 juni via het Mestbankloket. De vrijstelling gaat in 2021 in als de bedrijfsevaluatie voldoet en als er ook aan de overige voorwaarden werd voldaan.

Landbouwers die al over een geldige vrijstelling beschikken, moeten geen aanvraag meer indienen om die te behouden.

Bezwaarprocedure

Sinds 27 januari 2020 kunnen landbouwers op het Mestbankloket nagaan of hun bedrijf maatregelen krijgt opgelegd ten gevolge van de gemeten nitraatresidu’s in 2019. Landbouwers vinden er ook terug of ze zijn vrijgesteld van de gebiedsgerichte maatregelen op percelen in gebiedstype 2 en 3.

Landbouwers kunnen tot uiterlijk 15 maart bezwaar indienen tegen de opgelegde maatregelen. Ze moeten daarvoor een gemotiveerd bezwaar met de eventuele stavingsstukken versturen via een aangetekende brief naar Bart De Schutter, afdelingshoofd Mestbank, Consciencegebouw, Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel met de vermelding van “bezwaar nitraatresidumaatregelen” en hun landbouwernummer.

Terreincontroles bij staalnemers tijdens de nitraatresiducampagne

De Mestbank volgt op of de staalnames correct verlopen, zodat de resultaten betrouwbaar zijn. Tijdens de nitraatresiducampagne van 2019 stelde de dienst Handhaving vast dat de overgrote meerderheid van gecontroleerde staalnames correct verliepen. Slechts bij één staalnemer werden ernstige tekortkomingen vastgesteld. Maar een strikte handhaving blijft nodig zodat staalnemers hun bodemstalen steeds volgens de regels van de kunst nemen. Dat besluiten de toezichthouders van de Mestbank, na het evalueren van de recente controleresultaten.

Daarnaast dringt een andere aanpak van de teeltschadedossiers zich op. Na een steekproef via terreincontroles bleek dat er ten onrechte teeltschadedossiers werden gebruikt om een annulering van de staalname te verkrijgen. Als op het terrein werd vastgesteld dat er geen substantiële teeltschade was, waardoor het gewas minder stikstof kon opnemen, werd het teeltschadedossier consequent geweigerd. Met als gevolg dat het perceel niet in aanmerking kwam voor annulatie of herselectie.

Mestbank bedankt landbouwers die goed hebben bemest

De Mestbank feliciteert de landbouwers die inspanningen leverden om een laag nitraatresidu, onder de eerste drempelwaarde, te bereiken. Daardoor zorgden ze voor weinig uitspoeling van nitraat en een verbetering van de waterkwaliteit.

Meer info

Meer informatie over de beoordeling van het nitraatresidu vindt u terug op www.vlm.be > Thema’s > Mestbank startpagina > Bodemstalen > Nitraatresidustalen

Op de VLM website vindt u ook meer info terug over de vrijstellingen onder Thema’s > Mestbank startpagina > Gebiedsgerichte aanpak > Vrijstelling van gebiedsgerichte maatregelen

 

Els Seghers

Adjunct-woordvoerder VLM

 

 

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over Vlaamse Landmaatschappij

De NV Vlaamse Landmaatschappij is een Extern Verzelfstandigd Agentschap van de Vlaamse overheid onder de bevoegdheid van de Vlaams minister van Vlaams minister van Omgeving en Landbouw en van de Vlaams minister van Binnenland, Steden- & Plattelandsbeleid, Samenleven, Integratie & Inburgering, Bestuurszaken, Sociale Economie en Zeevisserij.  

Voor de Vlaamse Landmaatschappij zijn een veerkrachtige open ruimte vol leven en een dynamisch platteland het antwoord op uitdagingen als de verstedelijking, de klimaatverandering en de achteruitgang van de biodiversiteit. We versterken de open ruimte en het platteland door te investeren in bodem- en waterkwaliteit, biodiversiteit, ruimte voor voedsel en sociale cohesie. We zorgen voor een kwaliteitsvol landschap en een gezonde omgeving, waar het goed is om te leven en te werken en waar er ruimte is voor ontspanning. 

Samen met lokale en bovenlokale belanghebbenden geven we het openruimtebeleid, het plattelandsbeleid en het mestbeleid vorm en voeren we het uit op het terrein. Zo dragen we samen met onze partners bij aan de realisatie van de Europese en Vlaamse natuur-, plattelands- en milieudoelen.

De VLM werd opgericht in 1988 en stelt ongeveer 600 personeelsleden te werk via 6 kantoren te Brugge, Gent, Brussel, Leuven, Herentals en Hasselt.

De foto's in onze perskamer zijn eigendom van de Vlaamse Landmaatschappij. Het gebruik van die foto's is toegestaan mits bronvermelding (copyright Vlaamse Landmaatschappij).

Neem contact op met