Resultaten bekend van studie over bemestingsvrije stroken langs waterlopen
10 januari 2019
Hoeveel stikstof en fosfor komt er minder in het oppervlaktewater terecht door de toepassing van bemestingsvrije stroken? En wat zijn de financiële gevolgen voor de landbouwers als de breedte van de bemestingsvrije stroken wordt aangepast? Dat wilde de VLM graag te weten komen. De Bodemkundige Dienst van België (BDB) en het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) zochten het uit.
Volgens de huidige wetgeving in Vlaanderen is het niet toegelaten om meststoffen toe te dienen in een strook van 5 meter breed langs alle waterlopen. Op percelen met steile hellingen of percelen die liggen in het Vlaams Ecologisch Netwerk, geldt een afstand van 10 meter. Het maximaal voorkomen van meemesten in de waterloop is nodig om de waterkwaliteit te verbeteren in landbouwgebied.
In de studie over bemestingsvrije stroken langs waterlopen werden verschillende scenario's onderzocht, zoals de toepassing van bemestingsvrije stroken met verschillende breedte, alleen langs geklasseerde ofwel langs alle waterlopen, het vervangen van de huidige gebruikte bemestingstechnieken door de best beschikbare technieken, enz.
Hoe breed moet de bemestingsvrije strook zijn bij welke bemestingstechniek?
De resultaten van de studie, geven pistes aan om het direct meemesten van de waterlopen verder terug te dringen op een handhaafbare manier en zonder veel bijkomende economische verliezen voor de landbouwers.
Het direct meemesten zou quasi volledig kunnen wegvallen door de bemestingsvrije strookbreedte aan te passen aan de gebruikte bemestingstechniek, zodat het meemesteffect geminimaliseerd wordt. Dat gaat wel gepaard met iets hogere opbrengstverliezen, want voor sommige huidige technieken loopt de bemestingsvrije strook dan op tot 15 meter.
Voor precisie-bemestingstechnieken zoals rijenbemesting, injectie, enz. valt de optimale strookbreedte op basis van direct meemesten theoretisch terug tot minder dan 1 meter. De kans wordt dan wel groter dat de mest afstroomt. Ook de andere doelstellingen van oeverzones (o.a. voorkoming erosie) worden dan mogelijks minder goed ingevuld.
Anderzijds zou de strookbreedte bij sommige breedwerpige technieken oplopen tot meer dan 15 m, wat zeer hoge opbrengstverliezen met zich zou meebrengen. Door steeds de best beschikbare bemestingstechnieken te gebruiken kan dat voorkomen worden, maar dat zou dan weer gepaard gaan met hoge investeringen in nieuwe machines.
De resultaten wijzen er echter wel op dat het mogelijk is om, voor percelen waar nu al precisie-bemestingstechnieken worden toegepast, de breedte van de bemestingsvrije stroken te verminderen zonder de meemesteffecten te vergroten.
Ook het systematisch toepassen van kantstrooien langs waterlopen brengt weliswaar een kleinere extra machinekost met zich mee, maar dringt de meemesthoeveelheid met bijna de helft terug zonder invloed op de opbrengstverliezen.
Voorstelling van de studie tijdens Agriflanders op 11 januari om 14 uur: schrijf u nu in!
Neem tijdens Agriflanders deel aan onze studienamiddag ‘Bemesting op het veld en naast waterlopen’. Mia Tits van de Bodemkundige Dienst van België (BDB) en David Nuyttens van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), geven er uitleg over dit onderzoek. Schrijf u voor de studiedag op 11 januari om 14 uur in via het inschrijvingsformulier op de VLM-website.
Rapport en samenvatting studie op VLM-website
U vindt de resultaten van de studie terug op onze website.