Stikstofdecreet: veelgestelde vragen over piekbelasters en flankerend beleid

Eén van de maatregelen uit het Stikstofdecreet van 24 januari 2024 is de aanduiding van de zogenaamde piekbelasters. Piekbelasters zijn bedrijven (veeteeltbedrijven, mestverwerkers, industriële puntbronnen, enz.) waarvan de stikstofuitstoot een disproportioneel grote impact heeft op de stikstofgevoelige Europees beschermde natuur in hun nabije omgeving. De stikstofdepositie van die bedrijven bedraagt meer dan de helft van wat het meest gevoelige natuurtype in de buurt van het bedrijf kan verdragen (impactscore > 50%).

Het Stikstofdecreet van 24 januari 2024 stelt dat piekbelasters hun activiteiten kunnen verderzetten als ze de emissies van het bedrijf verminderen zodat de impactscore tegen eind 2030 lager is dan 50%. Een landbouwbedrijf dat aangeduid is als piekbelaster kiest zelf hoe het bedrijf dat doel wil bereiken. In elk geval beschikt het landbouwbedrijf uiterlijk op 30 september 2029 over een aangepaste vergunning. Als het landbouwbedrijf dat piekbelaster is de emissies tegen 2030 niet vermindert onder de 50% dan wordt de vergunning vanaf 1 oktober 2029 ambtshalve aangepast.

Het decreet voorziet in een procedure tot aanduiding van de piekbelasters, die raadpleegbaar is op de website van de VLM. Aangezien piekbelasters niet meer verplicht moeten stoppen als de emissies voldoende dalen, leidt dat tot een dynamische lijst, die opgevolgd zal worden door de VLM. ​

De Vlaamse overheid voorziet in een flankerend beleid voor bedrijven die aangeduid worden als piekbelasters.

Wanneer worden de piekbelasters aangeduid?

Het decreet voorziet dat de piekbelasters binnen de 18 maanden na de inwerkingtreding van het decreet worden aangeduid, ten laatste dus in de zomer van 2025. ​

Er is in het verleden al gecommuniceerd naar de bedrijven over hun impactscore. Bedrijven met een hoge impactscore in het verleden, hebben dus al sterke aanwijzingen dat ze als piekbelaster zullen aangeduid worden. ​

Hoe wordt de berekening gedaan om te bepalen of een landbouwbedrijf een piekbelaster is?

Voor de aanduiding van de piekbelasters berekent de VLM de impactscore. De VLM gebruikt daarvoor een gedetailleerde impactscoretool die rekening houdt met onder andere de gemiddelde veebezetting en de weersomstandigheden in 2020, 2021 en 2022. Het weer, en voornamelijk de windrichting, beïnvloedt immers de plaats waar de emissies uiteindelijk neerkomen, al blijft die invloed beperkt. Door 3 jaren door te rekenen, krijgen we een realistisch beeld. ​ 

Om de gemiddelde veebezetting van elk van de drie betrokken jaren te bepalen wordt gebruik gemaakt van de gegevens uit de Mestbankaangifte voor het betrokken jaar.

Kan een landbouwbedrijf van de lijst van piekbelasters geraken? ​ 

Ja, dat kan als de nodige inspanningen geleverd worden om de emissies te verminderen. De piekbelaster is geen piekbelaster meer als de impactscore onder de 50 % daalt. ​ 

Bedrijven kunnen emissiereducerende technieken laten opnemen in hun omgevingsvergunning om de impactscore te laten dalen. Ook via wijzigingen van databronnen kan een piekbelaster een lagere impactscore toegekend krijgen. Dat kan dan bijvoorbeeld gaan over de kaart met de zoekzones (specifieke gebieden waarin gezocht wordt naar mogelijke locaties om de instandhoudingsdoelstellingen voor Europees beschermde habitats te realiseren), of over de laag van het passend beheer (het beheer dat is vastgesteld in de goedgekeurde natuurbeheerplannen).

Bedrijven met een impactscore net boven de 50% zullen door het toepassen van de PAS-referentie 2030, mogelijk al onder de 50% vallen. Elke varkens-, pluimvee of rundveehouderij moet de emissies immers verminderen tegen 2030 (uitgezonderd enkele vrijstellingen zoals bijvoorbeeld de hele kleine bedrijven).

De PAS-referentie 2030 toont aan hoeveel een bedrijf in 2030 nog mag uitstoten. Landbouwbedrijven moeten die PAS-referentie zelf berekenen op basis van de PAS-referentietool. Als alle stallen van een varkensbedrijf al ammoniakemissiearm (AEA) zijn, dan heeft het bedrijf zijn PAS-referentie 2030 al bereikt en moet het de uitstoot niet meer verminderen.

De Vlaamse overheid werkt aan een PAS-referentietool 2030. Ondertussen kan de PAS-referentie 2030 manueel berekend worden.

Meer info over de PAS-referentie

Er bestaat ook een bezwaarprocedure waarbij de piekbelaster meer gedetailleerde gegevens (bijvoorbeeld de precieze locatie van de emissiepunten) kan aanleveren aan de VLM en de berekening opnieuw gemaakt kan worden. ​ 

Flankerend beleid voor landbouwbedrijven

Er wordt voorzien in een flankerend beleid, zowel voor piekbelasters die hun activiteiten stopzetten, als voor piekbelasters die een bedrijfsreconversie of omschakeling doen. Die wetgeving wordt nog uitgewerkt.

Piekbelasters die ervoor kiezen om hun activiteiten sneller stop te zetten of om te schakelen kunnen vandaag beroep doen op de steunmaatregelen uit het herstructureringsprogramma PAS voor bedrijven met een impactscore van minstens 50% (rode bedrijven).

Meer info over de steunmaatregelen uit het herstructureringsprogramma PAS ​ ​ ​

Meer info

Op 6 mei organiseerde de VLM een webinar ‘piekbelasters en flankerend beleid’. De link naar de opname en antwoorden op veelgestelde vragen zijn beschikbaar op de website van de VLM.

 

 

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over Vlaamse Landmaatschappij

De NV Vlaamse Landmaatschappij is een Extern Verzelfstandigd Agentschap van de Vlaamse overheid onder de bevoegdheid van de Vlaams minister van Vlaams minister van Omgeving en Landbouw en van de Vlaams minister van Binnenland, Steden- & Plattelandsbeleid, Samenleven, Integratie & Inburgering, Bestuurszaken, Sociale Economie en Zeevisserij.  

Voor de Vlaamse Landmaatschappij zijn een veerkrachtige open ruimte vol leven en een dynamisch platteland het antwoord op uitdagingen als de verstedelijking, de klimaatverandering en de achteruitgang van de biodiversiteit. We versterken de open ruimte en het platteland door te investeren in bodem- en waterkwaliteit, biodiversiteit, ruimte voor voedsel en sociale cohesie. We zorgen voor een kwaliteitsvol landschap en een gezonde omgeving, waar het goed is om te leven en te werken en waar er ruimte is voor ontspanning. 

Samen met lokale en bovenlokale belanghebbenden geven we het openruimtebeleid, het plattelandsbeleid en het mestbeleid vorm en voeren we het uit op het terrein. Zo dragen we samen met onze partners bij aan de realisatie van de Europese en Vlaamse natuur-, plattelands- en milieudoelen.

De VLM werd opgericht in 1988 en stelt ongeveer 600 personeelsleden te werk via 6 kantoren te Brugge, Gent, Brussel, Leuven, Herentals en Hasselt.

De foto's in onze perskamer zijn eigendom van de Vlaamse Landmaatschappij. Het gebruik van die foto's is toegestaan mits bronvermelding (copyright Vlaamse Landmaatschappij).

Neem contact op met