Verhogen stikstofefficiëntie als antwoord op de dure kunstmestprijzen

 

Door de dure kunstmestprijzen gaan landbouwers op zoek naar alternatieven. Het gebruik van dierlijke mest is enkel toegelaten binnen de wettelijk bepaalde bemestingsnormen. Bedrijven die kiezen voor derogatie kunnen op bepaalde teelten wel meer stikstof benutten uit dierlijke mest. Ook binnen de ​ bemestingsnormen van dierlijke mest zijn er mogelijkheden om stikstof beter te benutten. Het gebruik van bepaalde producten uit de mestverwerking zoals ammoniumzouten en mineralenconcentraten hebben een betere werking dan ruwe dierlijke mest. Voor graangewassen waar de bemesting voornamelijk met kunstmest gebeurt, biedt dit zeker kansen.

Extra gebruik dierlijke mest mogelijk?

Wegens de dure kunstmestprijzen is de roep vanop het terrein groot om meer dierlijke mest toe te laten dan wat wettelijk mag. De normen voor dierlijke mest komen voort uit de Nitraatrichtlijn om het grond- en oppervlaktewater te beschermen tegen de uitspoeling van nitraat uit de landbouwbodems. Vlaanderen heeft al 16 jaar een afwijking gekregen via de derogatie om voor bepaalde gewassen onder specifieke omstandigheden meer dierlijke mest toe te laten.

Er is nog een potentieel van 300.000 hectare voor het toepassen van die derogatie waar landbouwers op dit moment geen gebruik van maken, al kan dat niet meer dit jaar aangezien derogatie voor 15 februari moest worden aangevraagd. In 2020 werd immers op 391.136 hectare landbouwgrond een derogatiegewas of -gewascombinatie geteeld (grasland, gras en maïs, maïs met gras in onderzaai, bieten en wintertarwe of triticale met vanggewas). Op slechts ​ 90.394 hectare werd de derogatie toegepast. Die oppervlakte kan nog toenemen als er meer goede praktijken toegepast worden zoals meer onderzaai van gras in maïs en het inzaaien van vanggewassen na wintergranen.

Er zijn dus nog mogelijkheden om in de toekomst meer gebruik te maken van dierlijke mest, deels binnen de huidige teeltpraktijken en deels door uitbreiding van de goede praktijken, die voorwaarde zijn voor derogatie.

Producten uit de mestverwerking bieden soelaas

Door de jarenlange ervaring met mestverwerking in Vlaanderen worden steeds betere eindproducten bekomen die een hoge stikstofbenutting hebben. We spreken over ammoniumzouten (ammoniumsulfaat en ammoniumnitraat) die ontstaan uit stripping en scrubbing technieken waarbij de ammoniak uit de mest via zuren vastgelegd wordt in ammoniumzouten, over ​ mineralenconcentraten en dunne fractie van digestaat. Die producten hebben een werking vergelijkbaar met die van kunstmest en benutten dus beter de stikstof. Die producten worden RENURE producten genoemd (REcovered Nitrogen from manURE). Voor teelten zoals granen en andere teelten waarvoor veel kunstmest gebruikt wordt, kunnen die producten ​ een waardevol alternatief betekenen.

Zie ook: Alternatieven voor kunstmest uit de mestverwerking (VCM)

B3W, de Begeleidingsdienst voor een Betere Bodem en waterkwaliteit promoot het gebruik van dierlijke mest bij granen in plaats van de gangbare kunstmest en informeert landbouwers over producten uit de mestverwerking. Meer informatie is te vinden op de website van B3W: https://b3w.vlaanderen.be/.

Een belangrijk gegeven is dat het gebruik van dergelijke RENURE producten volgens de Nitraatrichtlijn onder de bemestingsnorm van dierlijke mest valt.

Kan ik de werking van de stikstof uit dierlijke mest verder verbeteren?

Een goed gebruik van dierlijke mest kan ook helpen om meer stikstof uit de mest te benutten. Het spreiden kort voor de zaai of plant van de gewassen helpt daarbij. Pas een correcte emissiearme mesttoediening toe en kies voor machines die het best de ammoniak in de mest en bodem houden zoals de zodeninjector en bouwlandinjector. Het homogeniseren van de mest en het analyseren van de samenstelling van de mest zorgt ervoor dat over het gehele perceel de beste benutting van de stikstof kan gerealiseerd worden. Elke kilogram stikstof die op die manier extra benut wordt is een evenredige besparing op kunstmest.

Wat biedt de toekomst?

De Europese Commissie heeft kenbaar gemaakt dat landen een aanvraag kunnen indienen om RENURE producten te laten erkennen als kunstmestvervanger. Vlaanderen bekijkt onder welke voorwaarden een afwijking kan gevraagd worden aan de Europese Commissie. Het is de Europese Commissie die uiteindelijk beslist.

De VLM bereidt samen met het Vlaams Coördinatiecentrum voor Mestverwerking (VCM) een RENURE derogatie aanvraag voor.

Koen Desimpelaere

Diensthoofd Mestbeleid

Leen Van den Bergh

Woordvoerder VLM

 

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over Vlaamse Landmaatschappij

De NV Vlaamse Landmaatschappij is een Extern Verzelfstandigd Agentschap van de Vlaamse overheid onder de bevoegdheid van de Vlaams minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme.  

Voor de Vlaamse Landmaatschappij zijn een veerkrachtige open ruimte vol leven en een dynamisch platteland het antwoord op uitdagingen als de verstedelijking, de klimaatverandering en de achteruitgang van de biodiversiteit. We versterken de open ruimte en het platteland door te investeren in bodem- en waterkwaliteit, biodiversiteit, ruimte voor voedsel en sociale cohesie. We zorgen voor een kwaliteitsvol landschap en een gezonde omgeving, waar het goed is om te leven en te werken en waar er ruimte is voor ontspanning. 

Samen met lokale en bovenlokale belanghebbenden geven we het openruimtebeleid, het plattelandsbeleid en het mestbeleid vorm en voeren we het uit op het terrein. Zo dragen we samen met onze partners bij aan de realisatie van de Europese en Vlaamse natuur-, plattelands- en milieudoelen.

De VLM werd opgericht in 1988 en stelt ongeveer 600 personeelsleden te werk via 6 kantoren te Brugge, Gent, Brussel, Leuven, Herentals en Hasselt.

De foto's in onze perskamer zijn eigendom van de Vlaamse Landmaatschappij. Het gebruik van die foto's is toegestaan mits bronvermelding (copyright Vlaamse Landmaatschappij).

Contact