“Wat ik geleerd heb tijdens mijn doctoraat kan ik gebruiken in mijn job”

Lysander Fockaert combineerde half jaar doctoraat met job bij dienst Beheerovereenkomsten.

Sinds maart maakt Lysander Fockaert deel uit van onze dienst Beheerovereenkomsten in Brussel. Wat bijzonder is, is dat hij zijn eerste zes maanden bij ons combineerde met een doctoraat aan de KU Leuven. Hij heeft ondertussen de titel ‘doctor in Bioscience Engineering’ op zak. Een knappe prestatie van onze nieuwe collega.

Waar ging je doctoraatsonderzoek precies over en wat zijn de belangrijkste conclusies?

Lysander: In mijn doctoraat onderzocht ik hoe burgers, landbouwers en de overheid hun doelstellingen kunnen verwezenlijken in het intensieve Vlaamse landbouwlandschap. De focus van het onderzoek lag op de fruitteelt (appelboomgaarden) in het Hageland en Haspengouw en ik richtte me op de complexe interactie tussen voedselproductie, het inkomen van de landbouwers en biodiversiteit.

Burgers vragen om meer biodiversiteit en hebben tegelijkertijd ook voedsel nodig. Landbouwers willen voedsel produceren, maar moeten ook rekening houden met het inkomen dat ze daaruit kunnen halen. De overheid maakt dan weer gebruik van verschillende strategieën en beleidsinstrumenten om voedselproductie en biodiversiteit te maximaliseren zonder aan het inkomen van de landbouwer te raken.

Een belangrijke conclusie van het onderzoek is dat de sociale interacties tussen de actoren in het landschap erg belangrijk zijn voor het verwezenlijken van de doelstellingen. Zo verwachten burgers van landbouwers dat ze natuurvriendelijke landbouwpraktijken uitvoeren, zoals beheerovereenkomsten, ecoregelingen en agromilieuklimaatmaatregelen, al dan niet onder de noemer van biologische landbouw. Ze staan erachter dat landbouwers daarvoor gecompenseerd worden. Anderzijds is er ook veel onwetendheid bij de burgers over die praktijken. Dat werd ook benoemd tijdens de diepte-interviews met landbouwers. Landbouwers zien natuurvriendelijke praktijken vaak als een mooi uithangbord en een signaal naar de burgers dat ze moeite willen doen om de impact op natuur en milieu te verlagen. Helaas hebben ze het gevoel dat er weinig waardering is voor zulke inspanningen. Ook in het opstellen, uitvoeren en evalueren van normen en regels blijken sociale factoren belangrijk te zijn, naast de ecologische en economische aspecten.

Ik heb modellen ontwikkeld om de complexe interacties tussen de drie doelstellingen productie, biodiversiteit en inkomen te bestuderen. Uit die modellen kan worden afgeleid dat het verminderen van de productie op landbouwareaal niet per se zal leiden tot relevante winsten voor de biodiversiteit (van algemene bijen- en wantsensoorten). Het creëren van voldoende halfnatuurlijk habitat in het landschap lijkt daarbij veel belangrijker. In beperkte mate inzetten op biologische landbouw (en vooral het voorzien van hogere prijzen voor de landbouwers) kan wel voordelen bieden voor landbouwers.

Lysander tijdens zijn doctoraatsverdediging
Lysander tijdens zijn doctoraatsverdediging

Hoe kwam je ertoe om aan dit doctoraat te beginnen?

Lysander: Na mijn master in de biologie besloot ik nog een master bij de bio-ingenieurs te doen om ook meer inzicht te verwerven in de maatschappelijke aspecten van de interacties tussen mens en natuur. Ik koos voor de Engelstalige master Agro- and Ecosystems Engineering, waardoor ik meer in aanraking kwam met ecosysteemdiensten en landbouw. Ik wilde graag een job met een maatschappelijke impact, waarin ik ook bezig kon zijn met natuur en biodiversiteit. En dan nog het liefst in Vlaanderen, omdat er hier op dat vlak toch nog veel werk aan de winkel is. Exotische projecten in verre landen waren dus sowieso niets voor mij.

Toen ik de vacature zag van de afdeling Bio-economie bij de KU Leuven, waarbij het project werd beschreven als het evalueren van trade-offs tussen inkomen van de landbouwer en biodiversiteit in de Vlaamse fruitteelt, leek het dus wel iets voor mij. Temeer omdat er in het project nauw samengewerkt zou worden met enkele biologen waarmee ik nog gestudeerd heb, dat vond ik ook erg leuk. Ik heb eigenlijk altijd gezegd dat doctoreren nooit iets voor mij zou zijn, maar ik vond de vacature toch interessant genoeg om erop te solliciteren. En daar ben ik achteraf natuurlijk wel blij om.

Je bent sinds maart dit jaar beleidsmedewerker bij de dienst Beheerovereenkomsten. Kun je jouw onderzoek nu in de praktijk omzetten?

Lysander: Zeker wel! Ik heb ook het vermoeden dat mijn doctoraat een doorslaggevende factor is geweest tijdens de sollicitatie.

Een van de projecten waar ik nu op werk (HEU-PATTERN) onderzoekt hoe de methodes die ik ook voor mijn eigen onderzoek heb gebruikt geoptimaliseerd kunnen worden voor het evalueren van Europees klimaat-, milieu- en natuurbeleid. Het feit dat ik op de hoogte ben van de nodige gegevens, de theorie achter de methodes en de mogelijke resultaten van die verschillende modellen helpt zeker om de onderzoekers in dat project te ondersteunen. Het verkleint ook het risico op miscommunicatie tussen onderzoekers en beleidsmakers die toch elk hun eigen terminologie en jargon gebruiken.

Het andere project (LIFE-B4B) kijkt dan eerder naar hoe we door samenwerking en het versterken van de sociale interacties tussen stakeholders in een gebied tot een betere inzet van instrumenten als de beheerovereenkomsten kunnen komen. Uiteindelijk zou dit dus ook voor meer biodiversiteit moeten zorgen in landbouwgebied, gedragen door de lokale landbouwers. Daarin zijn dan weer de inhoudelijke inzichten die ik de voorbije jaren verworven heb relevant, zoals welke factoren beslissend kunnen zijn voor landbouwers om zo’n praktijken toe te passen. Ook de ervaring met wetenschappelijk onderzoek in het algemeen en het netwerk dat ik tijdens mijn doctoraat heb opgebouwd hoop ik te kunnen inzetten om de samenwerking tussen beleid en onderzoek rond agrarisch natuurbeheer en agrarische biodiversiteit in Vlaanderen naar een hoger niveau te tillen.

Het laatste half jaar was je bij ons aan de slag terwijl je nog doctoreerde. Kreeg je dat vlot gecombineerd?

Lysander: Dat was toch behoorlijk pittig, maar ik heb er zeker geen spijt van. Ik probeerde mij overdag uiteraard ten volle te focussen op de job, waardoor ik enkel ’s avonds en in het weekend aan mijn doctoraat kon werken. Niet evident, vooral omdat het toch altijd even duurde voor ik echt in de flow zat. Gelukkig bleven mijn collega’s, zowel bij de VLM als bij de KU Leuven, mij motiveren en aansporen om het doctoraat toch af te werken.

Het hielp natuurlijk ook wel dat de job mooi in het verlengde lag van mijn doctoraat, waardoor ik de inzichten over de werking van de VLM en andere beleidsrelevante aspecten die ik overdag tijdens mijn job verwierf kon gebruiken om het manuscript te verbeteren.

En andersom: wat ik geleerd heb tijdens mijn doctoraat kan ik gebruiken in mijn job. Zo is mij ook nog eens extra duidelijk geworden hoe belangrijk het is om als onderzoeker in gesprek te gaan met beleidsmakers en -uitvoerders, voor, tijdens en na het onderzoek.

Die wisselwerking is ook wat ik hoop te verwezenlijken met mijn nieuwe job. Om vanuit het beleid de deur wijder open te zetten naar onderzoek en wetenschappelijke inzichten.

 

 

 

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over Vlaamse Landmaatschappij

De NV Vlaamse Landmaatschappij is een Extern Verzelfstandigd Agentschap van de Vlaamse overheid onder de bevoegdheid van de Vlaams minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme.  

Voor de Vlaamse Landmaatschappij zijn een veerkrachtige open ruimte vol leven en een dynamisch platteland het antwoord op uitdagingen als de verstedelijking, de klimaatverandering en de achteruitgang van de biodiversiteit. We versterken de open ruimte en het platteland door te investeren in bodem- en waterkwaliteit, biodiversiteit, ruimte voor voedsel en sociale cohesie. We zorgen voor een kwaliteitsvol landschap en een gezonde omgeving, waar het goed is om te leven en te werken en waar er ruimte is voor ontspanning. 

Samen met lokale en bovenlokale belanghebbenden geven we het openruimtebeleid, het plattelandsbeleid en het mestbeleid vorm en voeren we het uit op het terrein. Zo dragen we samen met onze partners bij aan de realisatie van de Europese en Vlaamse natuur-, plattelands- en milieudoelen.

De VLM werd opgericht in 1988 en stelt ongeveer 600 personeelsleden te werk via 6 kantoren te Brugge, Gent, Brussel, Leuven, Herentals en Hasselt.

De foto's in onze perskamer zijn eigendom van de Vlaamse Landmaatschappij. Het gebruik van die foto's is toegestaan mits bronvermelding (copyright Vlaamse Landmaatschappij).

Neem contact op met