Waterpeilverhoging voor natuurherstel in het Blankaartbekken gaat nieuwe fase in

Vandaag wordt onder leiding van gouverneur Carl Decaluwé in het Merkembroek en het Woumenbroek in de Blankaart een nieuw, hoger waterpeil ingesteld. Daardoor kunnen deze deelgebieden van het Blankaartbekken zich als natuurgebied verder ontwikkelen. Hiermee is de tweede fase van het raamakkoord van 2001 over het waterbeheer in de Blankaart een feit. Bij de eerste fase in 2012 kreeg de omgeving van de Blankaartvijver al hetzelfde hogere peil.

Vanaf vandaag wordt het nieuwe peil voor het volledige Blankaartbekken volautomatisch geregeld door een pompstation van de Vlaamse Milieumaatschappij op de Stenensluisvaart. In het meer opwaarts gelegen stroomgebied van de Engelendelft blijven de huidige peilen behouden. Zo kan zowel voor het natuurgebied als voor de landbouwzone een gepast peilbeheer gegarandeerd worden.

Hotspot voor vogels

Het Blankaartbekken, op het grondgebied van Houthulst en Diksmuide, ligt in het winterbed van de IJzer. Het is bekend voor de Blankaartvijver met het omringende rietmoeras en de zogenaamde broeken, laaggelegen hooilanden die in de winter onder water lopen. Het ruime gebied van de Blankaart is een van de belangrijkste watervogelgebieden in Vlaanderen. Tienduizenden eenden en steltlopers vinden er een geschikt overwinteringsgebied, trekvogels komen er graag pleisteren en ook weidevogels zoals grutto, kievit en slobeend voelen er zich thuis. Het gebied maakt deel uit van het Europees Vogelrichtlijngebied IJzervallei. De bijkomende waterpeilverhoging in het Merkembroek en het Woumenbroek is een essentiële stap voor de realisatie van de natuurdoelen voor dit vogelrichtlijngebied.

Gefaseerde aanpak

Het peil dat vanaf vandaag wordt gehanteerd, varieert doorheen het jaar:

  • van 1 februari tot 15 oktober: 2,70 m TAW (d.w.z. 2,70 m boven de zeespiegel)
  • van 16 oktober tot 30 november: 2,80 m TAW
  • van 1 december tot 31 januari: 2,90 m TAW

Bij de waterpeilverhoging “fase 1” in 2012 werden deze streefpeilen ingevoerd in een zone van 433 ha in de omgeving van de Blankaartvijver. Vandaag worden ze ook ingesteld in het Merkembroek en Woumenbroek, waardoor een gebied van in totaal ca. 900 ha hetzelfde waterpeil zal hebben.

Bijzonder aan de peilverhoging van fase 2, die vandaag ingaat, is dat het bekken van de waterloop Engelendelft hydrologisch wordt geïsoleerd: het bekken krijgt een eigen waterbeheer, afgestemd op de landbouw in dit gebied. Omdat ook deze zone in vogelrichtlijngebied ligt, moet ze in de winter kunnen blijven overstromen ten behoeve van  overwinterende watervogels. Daarom heeft de Vlaamse Milieumaatschappij  een nieuwe pomp en een nieuwe schuif geïnstalleerd op de Engelendelft ter hoogte van de Ieperleedijkstraat. Het nieuwe pompgemaal wordt vandaag in gebruik genomen.

Op de grens van het landbouw- en natuurgebied bouwt De Vlaamse Waterweg nv op dit moment een nieuwe winterdijk. Die zal de omliggende (landbouw)gebieden beter beschermen tegen wateroverlast. In het dijklichaam zal de VMM vier kleinere gemaaltjes installeren om blijvende afwatering van het landbouwgebied te verzekeren. Wanneer deze waterkering klaar is, zal het binnendijkse landbouwgebied gevrijwaard zijn van overstromingen vanuit de IJzer. 

In “fase 3” wordt dan een definitief en voor de natuur optimaal peilregime  ingevoerd, met een hoger peil in het voorjaar. Deze laatste peilverhoging is pas mogelijk wanneer voor alle betrokken landbouwpercelen een oplossing is gevonden via de grondenbank van de Vlaamse Landmaatschappij.

Raamakkoord en natuurinrichting

Op een overleg van de Stuurgroep Raamakkoord Blankaart onder voorzitterschap van gouverneur Carl Decaluwé zijn op 9 september 2019 de laatste afspraken gemaakt voor het waterpeil fase 2. Vandaag ondertekenen  de gouverneur en 11 partijen de nieuwe peilovereenkomst: de Vlaamse Milieumaatschappij, de Zuidijzerpolder, het Agentschap Natuur en Bos, De Watergroep, de Provincie West-Vlaanderen, de gemeenten Diksmuide en Houthulst, de Boerenbond, het Algemeen Boerensyndicaat, Natuurpunt en de Vlaamse Landmaatschappij. In de overeenkomst worden afspraken gemaakt over het beheer van de waterbeheerinfrastructuur in het gebied in functie van de natuur, de landbouw, de veiligheid en de productie van drinkwater.

Het raamakkoord uit 2001 stelde:

  1. dat er een dijk komt om de veiligheid van de bewoners in het Blankaartbekken te garanderen
  2. dat het Vlaams Gewest de laaggelegen gronden in de Blankaart aankoopt
  3. dat het waterpeil in het Blankaartgebied aangepast wordt aan de noden van de natuur nadat de dijk is aangelegd en de overheid de laaggelegen gronden heeft aangekocht
  4. dat een vergoeding zal uitbetaald worden voor de gronden die schade ondervinden van de waterpeilverhoging

In 2006 ging het natuurinrichtingsproject De Blankaart van start op (2), (3) en (4) te realiseren.
13 jaar later:

  • is 295 ha gronden verworven door het Agentschap Natuur en Bos, Natuurpunt en de Vlaamse Landmaatschappij
  • waarvan  86 ha is uitgeruild zodat landbouwers elders hun activiteiten kunnen voortzetten 
  • zijn een nieuw pompgemaal, een nieuwe stuw en een nieuwe schuif operationeel
  • is de waterpeilaanpassing deels doorgevoerd
  • zijn de vergoedingen betaald
  • en wordt volop gewerkt aan de bouw van de winterdijk.

Via het natuurinrichtingsproject werden ook heel wat werken uitgevoerd om de rietmoerassen in het Merkembroek en het Woumenbroek te herstellen.

Prille tekenen van natuurherstel

Door de combinatie van het hogere waterpeil en de natuurinrichtingswerken kunnen de rietmoerassen rond de Blankaartvijver zich verder ontwikkelen en krijgen zeldzame vogels de kans zich hier opnieuw te vestigen. Het werk in de Blankaart is een werk van lange adem, maar de eerste prille tekenen van natuurherstel laten zich zien. Vogelsoorten als lepelaar, kleine zilverreiger en steltkluut hebben zich de laatste jaren als vaste broedvogels in het Blankaartbekken gevestigd. Er zijn ook aanwijzingen dat de zeer zeldzame roerdomp na een lange afwezigheid terug is. Wanneer over enkele jaren de effecten van de waterpeilverhoging fase 2 en fase 3 ten volle zullen spelen, kan het natuurherstel zich helemaal doorzetten.

 

Situering zones Blankaart.pdf

PDF - 502 Kb

kunstwerken voor peilregeling blankaart.jpg

JPG - 559 Kb

Karolien Bracke

Communicatieverantwoordelijke, VLM

Edgard Daemen

Projectleider natuurinrichtingsproject De Blankaart, VLM

Koen Martens

Diensthoofd Beheer Onbevaarbare Waterlopen, VMM

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over Vlaamse Landmaatschappij

De NV Vlaamse Landmaatschappij is een Extern Verzelfstandigd Agentschap van de Vlaamse overheid onder de bevoegdheid van de Vlaams minister van Vlaams minister van Omgeving en Landbouw en van de Vlaams minister van Binnenland, Steden- & Plattelandsbeleid, Samenleven, Integratie & Inburgering, Bestuurszaken, Sociale Economie en Zeevisserij.  

Voor de Vlaamse Landmaatschappij zijn een veerkrachtige open ruimte vol leven en een dynamisch platteland het antwoord op uitdagingen als de verstedelijking, de klimaatverandering en de achteruitgang van de biodiversiteit. We versterken de open ruimte en het platteland door te investeren in bodem- en waterkwaliteit, biodiversiteit, ruimte voor voedsel en sociale cohesie. We zorgen voor een kwaliteitsvol landschap en een gezonde omgeving, waar het goed is om te leven en te werken en waar er ruimte is voor ontspanning. 

Samen met lokale en bovenlokale belanghebbenden geven we het openruimtebeleid, het plattelandsbeleid en het mestbeleid vorm en voeren we het uit op het terrein. Zo dragen we samen met onze partners bij aan de realisatie van de Europese en Vlaamse natuur-, plattelands- en milieudoelen.

De VLM werd opgericht in 1988 en stelt ongeveer 600 personeelsleden te werk via 6 kantoren te Brugge, Gent, Brussel, Leuven, Herentals en Hasselt.

De foto's in onze perskamer zijn eigendom van de Vlaamse Landmaatschappij. Het gebruik van die foto's is toegestaan mits bronvermelding (copyright Vlaamse Landmaatschappij).

Neem contact op met