We weten te weinig over vergrijzing en migratie op het platteland
23 februari 2015
Minister Joke Schauvliege, onder meer bevoegd voor Plattelandsbeleid, trekt 600.000 euro uit voor onderzoek in verband met het platteland. De onderzoeksprojecten moeten kaderen binnen de Onderzoeksagenda Platteland van het Platform voor Plattelandsonderzoek. Per onderzoeksproject wordt maximaal 200.000 euro ter beschikking gesteld.
1/ Vergrijzing op het platteland verkend - analyse en ruimtelijke perspectieven
Een bedrag van € 189.508 wordt toegekend aan de projectpromotor Katholieke Universiteit Leuven (Faculteit Architectuur). Het project wordt uitgevoerd i.s.m. SumResearch.
Het project focust op suburbane en landelijke regio’s die een sterke vergrijzing kennen.
Die vergrijzing heeft niet enkel gevolgen voor de oudere zelf maar resulteert in een groot aantal maatschappelijke uitdagingen. De historische en institutionele context in combinatie met de lage verhuisgeneigdheid van de ouderen, leidde tot ‘ruimtelijke mismatches’ of ruimtelijke incongruenties op de woningmarkt (Ageing in Place, gehechtheid aan eigen woning, moeilijke doorstroming, minder woonkansen voor jonge gezinnen, onaangepaste oude woningen, risico op sociale isolatie) en de afstemming tussen zorgvraag en zorgaanbod (zorgallocatie, verspreide woonpatronen, bereikbaarheid zorgvoorzieningen, afhankelijkheid eigen wagen).
De case-studiegebieden worden in overleg met de Vlaamse Landmaatschappij bepaald. De eerste stappen van de analyse gaan de case-studiegebieden mee bepalen. Het onderzoeksteam denkt bijvoorbeeld aan het Heuvelland, Meetjesland, Zwalm, Brabants Plateau (Overijse-Huldenberg), Hageland, Haspengouw, …
2/ Versterken van streekidentiteit via landbouw, natuur, erfgoed en toerisme
Een bedrag van € 177.877 wordt toegekend aan de projectpromotor EV-INBO (onderzoeksgroep natuur & maatschappij en de dienst rapportering & advisering).
Het project wordt uitgevoerd i.s.m. EV-ILVO, VITO en de bestaande projectgroep Voeren (Regionaal Landschap Haspengouw als trekker i.s.m. Agentschap voor Natuur en Bos, departement Landbouw & Visserij, departement Ruimte Vlaanderen en de gemeente Voeren).
Het project vertrekt vanuit een probleemstelling ‘verdwijnen van streekidentiteit op het Vlaamse platteland’ en een vraag-gedreven opportuniteit ‘nood aan betere afstemming tussen stakeholders van het Vlaamse Platteland’. Het wil innovatieve oplossingen uitwerken: samenwerkingsverbanden en financiële instrumenten waarbij zowel de streekidentiteit als de betrokken stakeholders winnen.
Het recent opgerichte samenwerkingsverband voor de Voerstreek biedt een rijke, actuele en beleidsrelevante casus aan met gedreven en betrokken stakeholders. Het project wordt zodanig opgevat dat de resultaten ook ruimer, op niveau van het Vlaamse plattelandsbeleid, bruikbaar zullen zijn.
3/ Geïntegreerde methodiek voor actiegerichte gebiedsontwikkeling (IMAGO)
Een bedrag van € 200.000 wordt toegekend aan de projectpromotor EV-ILVO (eenheid landbouw & maatschappij).
Het project wordt uitgevoerd i.s.m. UGent (vakgroep politieke wetenschappen, vakgroep landbouweconomie), en de provincies Antwerpen en West-Vlaanderen.
Het project behelst de inzet van bestaande theoretische kaders uit de rurale sociologie om een methodiek te ontwikkelen die de gebruikers helpt in het bepalen van een actiegerichte strategie voor gebiedsgerichte plattelandsontwikkeling.
Deze methodiek moet lokale actoren, samen met verschillende beleidsactoren, in staat stellen om te komen tot concrete acties en instrumenten om hun gebiedsgerichte ontwikkelingsstrategieën en visies te ontwikkelen en uit te voeren.
Twee cases zullen worden aangeduid in respectievelijk de provincie Antwerpen (sterk verstedelijkt gebied, bv. arrondissement Mechelen als werkgebied van Resoc Mechelen) en de provincie West-Vlaanderen (Westhoek?).
Het basisidee is een eerder ruraal pilootgebied als tegenhanger van een verstedelijkt pilootgebied. Wat de afbakening van gemeenten betreft, stelt ILVO voor dat binnen dit gebied enkele gemeenten worden geselecteerd, maar dat de definitieve keuze binnenkort gemaakt wordt.
Platform voor Plattelandsonderzoek – onderzoeksagenda - jury en selectiecriteria
In 2012 ging het Platform voor Plattelandsonderzoek van start. Deelnemers van het Platform zijn de Vlaamse onderzoeksinstellingen, diensten binnen de Vlaamse overheid die betrokken zijn bij wetenschappelijk onderzoek en bij dataverzameling.
Om uitvoering te geven aan de Onderzoeksagenda platteland werd een oproep gelanceerd, waarmee een drietal onderzoeksprojecten kunnen worden gefinancierd. De ingediende onderzoeksprojecten moeten passen binnen de onderzoeksnoden zoals omschreven in de Onderzoeksagenda.
De oproep kende een groot succes vermits 10 projecten werden ingediend bij de Vlaamse Landmaatschappij. De tien projectaanvragen totaliseren samen een aanvraag tot subsidiëring voor een bedrag van € 1.686.805. Het beschikbare budget ligt met € 600.000 een stuk lager.
De Vlaamse Landmaatschappij riep een onafhankelijke jury samen om uit die 10 projectvoorstellen de beste te selecteren binnen het beschikbare budget van 600.000€.
De jury hanteerde drie selectiecriteria:
- Onderzoeksagenda: hoe past het onderzoeksproject binnen de Onderzoeksagenda Platteland en de vooropgestelde doelstelling van de open oproep?
- Impact en relevantie op beleid en platteland: hoe relevant is het onderzoeksproject binnen het huidige Vlaams Plattelandsbeleid en in welke mate heeft het onderzoeksproject een impact op het Vlaamse Plattelandsbeleid?
- Innovatief en vernieuwend karakter van het ingediende project: Hoe en in welke mate is het onderzoeksproject vernieuwend? Op welke manier wordt de beoogde vernieuwing beoogd?