Toegankelijk voedsel en veilige broedplaatsen cruciaal voor akkervogels
12 september 2022
De beheerovereenkomsten die landbouwers sluiten met de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) zijn belangrijk voor de overlevingskansen van akkervogels. Ze dragen vooral bij aan voldoende toegankelijk voedsel en veilige broedplaatsen. Dat blijkt uit een onderzoek van de Universiteit Hasselt en de Limburgse Koepel voor Natuuronderzoek (LIKONA), uitgevoerd in opdracht van de VLM. Tegelijk stellen de onderzoekers dat beheerovereenkomsten maar een deel van de oplossing zijn om de verdere achteruitgang van akkervogels tegen te gaan.
Door een beheerovereenkomst te sluiten met de VLM, creëren landbouwers in ruil voor een jaarlijkse vergoeding een natuurvriendelijker landbouwlandschap. De maatregelen die ze binnen een beheerovereenkomst uitvoeren, dragen onder meer bij aan de bescherming van akkervogels. Denk aan soorten als veldleeuwerik, patrijs en geelgors. Maatregelen zoals vogelvoedselgewas, vogelakkers en graskruidenstroken worden gericht ingezet op meer dan 4.000 hectare landbouwpercelen. Dat is nodig, want de populatie akkervogels is de laatste decennia sterk afgenomen.
Het belang van voldoende open en lage vegetatie voor akkervogels als veldleeuwerik en gele kwikstaart
In opdracht van de VLM onderzochten de Universiteit Hasselt en LIKONA (Limburgse Koepel voor Natuuronderzoek) de invloed van beheerovereenkomsten op de populatie akkervogels. Gedurende drie broedseizoenen (2018, 2019 en 2020) brachten ze in Leefdaal (Vlaams-Brabant) en De Moeren (West-Vlaanderen) gedetailleerd in beeld hoe de veldleeuwerik en de gele kwikstaart het landschap gebruiken en welke meerwaarde de beheerovereenkomsten voor die soorten hebben.
Uit hun studie blijkt dat de percelen waarop beheerovereenkomsten uitgevoerd worden, veel voedsel (insecten) bevatten. In het broedseizoen is dat cruciaal voor akkervogels. De vegetatie moet voldoende open en laag genoeg zijn, zodat de akkervogels aan het voedsel kunnen geraken. Soms is de vegetatiestructuur van beheerovereenkomsten te dicht en ontoegankelijk. De beheerovereenkomsten die starten vanaf 2023 spelen daarop in met aangepaste maatregelen. Zo moeten randen voortaan gemaaid worden, waarbij het maaisel wordt afgevoerd, en zijn de mengsels waarmee de randen ingezaaid worden, aangepast.
Vroeg in het broedseizoen broedt de veldleeuwerik hoofdzakelijk in tarwe. Later in het broedseizoen meestal op percelen waar beheerovereenkomsten liggen, zoals gemengde grasstroken of luzerne. Die maatregelen zal de VLM dan ook blijven aanbieden. Ook voor die teelten is het van belang dat de vegetatie voldoende open en laag genoeg is.
Naast beheerovereenkomsten ook teeltsoort en permanente structuren deel van de oplossing
De resultaten tonen aan dat beheerovereenkomsten voor akkervogels lonen. Het Agentschap voor Natuur en Bos formuleert in het soortenbeschermingsprogramma voor akkervogels daarom de ambitie om in de meest geschikte gebieden tot 10 procent van de landbouwoppervlakte akkervogelvriendelijk in te richten met beheerovereenkomsten.
Tegelijk wijst het onderzoek erop dat beheerovereenkomsten alleen niet zullen volstaan om de achteruitgang van de akkervogelpopulatie in Vlaanderen te stoppen. De teelten in het landbouwgebied spelen ook een rol. Zo hebben (zomer)graan en luzerne een grote meerwaarde voor akkervogels, zowel voor de voedselbeschikbaarheid als de nestgelegenheid. De intensiteit van de landbouwproductie is ook van belang. Kleinere percelen waardoor meer randen ontstaan hebben bijvoorbeeld een meerwaarde. En voldoende permanente structuren in het landschap zoals bermen, zandwegen, houtkanten en overhoekjes zijn cruciaal.
Zuhal Demir, Vlaams minister van Omgeving: “We moeten de achteruitgang van de biodiversiteit in het landbouwgebied absoluut een halt toe roepen. Landbouwers kunnen mee het verschil maken voor onze akkervogels door 5-jarige beheerovereenkomsten te sluiten met de Vlaamse Landmaatschappij. Ze zorgen daarmee voor voedsel en nestgelegenheid. Dat dat vruchten afwerpt, bleek onlangs nog met de succesvolle terugkeer van de grauwe kiekendief in de Moeren. Met de bijsturing van de beheerovereenkomsten creëren we robuuste leefgebieden, daar waar de overlevingskansen het grootst zijn.
Ik roep naar aanleiding van deze studie alle betrokken actoren ook op om samen te bekijken hoe de verschillende maatregelen - zoals de beheerovereenkomsten (VLM), sommige ecoregelingen en de aanleg van houtkanten of andere houtige landschapselementen via niet productieve investeringen uit het nieuwe GLB (Departement Landbouw en Visserij) – aanvullend kunnen ingezet worden om het leefgebied van onze akkervogels beter te maken. Als zowel de overheid als de landbouwers het voortbestaan van onze akkervogels voorop stellen, dan is er nog hoop.”
- U vindt het volledige rapport ‘Beheerovereenkomsten voor akkervogels tijdens het broedseizoen’ op de publicatiedatabank van de Vlaamse overheid
- Voor informatie over de beheerovereenkomsten kunnen landbouwers terecht op volgende webpagina: https://www.vlm.be/beheerovereenkomsten