De Maas, blauwe ruggengraat van RivierPark Maasvallei

De Maas, die 40 km langs de Belgisch-Nederlandse grens loopt, brengt het de Maasvallei tot leven met prachtige landschappen en een rijke geschiedenis. Katrien Schaerlaekens, coördinator RivierPark Maasvallei, vertelt ons over de troeven en kansen voor de ontwikkeling van het Landschapspark.

Wat betekent de erkenning tot Landschapspark voor jullie als één van de initiatiefnemers?

In de eerste plaats is het letterlijk dat: erkenning. Erkenning voor de gebiedscoalitie en voor onze organisatie, die al jarenlang aan de weg timmert. Maar toch vooral erkenning voor het gebied zelf. De Maasvallei is met haar duizelingwekkende landschapsgeschiedenis en -toekomst echt one of a kind. Uniek is ze zeker ook door haar bewoners, de Maaslanders. Die erkenning is een schijnwerper op hun eigen streektrots, en zal nog meer kansen opleveren voor bewoners om te genieten van hun leefomgeving, en van een lokale economie die de open ruimte, natuurontwikkeling, streekproducten, erfgoedherstel… als troeven meeneemt.

Naast de erkenning zijn de structurele middelen, die nodig zijn om de regio in samenhang verder te ontwikkelen, heel belangrijk. Wij zijn dan ook trots dat we na jaren van -soms instabiele- projectwerking, nu onze energie structureel in de langetermijndoelstellingen van de Maasvallei kunnen steken.

Wat maakt het RivierPark Maasvallei bijzonder?

Eén woord: (de) Maas. Die boetseerde hier letterlijk het landschap. Ook de bewoning ontwikkelde zich als een snoer aan beide oevers. De Maas was van strategisch belang, dus je vindt hier spectaculaire archeologie en allerlei landschapsrelicten die getuigen van intensieve contacten en conflicten over de rivier heen. De Maas zorgt ook voor riviergebonden fauna en flora, voor een vruchtbare landbouwbodem en voor drinkwater. En voor heel wat waterrecreatie! Na een 20ste eeuw vol omwentelingen én zware overstromingen, wordt er de laatste jaren opnieuw werk gemaakt van rivierverruiming. De Maas is nu opnieuw de blauwe ruggengraat van de regio.

Rond welke thema’s gaan jullie werken in jullie park?

Wij werken rond drie thema’s. Ten eerste het landschap zelf: hoe kunnen we werk maken van een klimaatrobuuste vallei, als je weet dat bij hoogwaters maar liefst één derde van het landschapspark uit water bestaat? Daarin vertalen wij de kennis naar partners en inwoners. Hoe kunnen we tegelijkertijd onze monumenten en landschappen herstellen en opwaarderen? Daar voeren we zelf projecten ook rond uit. Samen met de overheid willen we werken aan de sterk verstedelijkte randen en de samenhang met de plateaus. Zelf willen we ook werk maken van een voedsellandschap en dat samen met de landbouwers vormgeven.

Een tweede thema zijn de bewoners en de bezoekers. De bewoners zijn onze ambassadeurs, en moeten op een goede manier mee kunnen liften met het landschapspark. Bezoekers worden warm ontvangen, maar niet alle vormen van recreatie worden hier ontwikkeld. De draagkracht van het gebied staat voorop. Overigens zit dat thema al redelijk goed. Bewoners en bezoekers mengen zich volop in de dorpen en de basisroutestructuren liggen er. We zijn er wel nog niet uit waar je nu de beste vlaai kan eten!

Het derde en laatste thema is de grensoverschrijdende samenhang. Via bruggen en pontjes en via een sterke gebiedscoalitie houden we de twee oevers samen. Maar de Maas en haar beken hebben ook een belangrijke ecologische verbindingsfunctie, zowel stroomop- als stroomafwaarts. En haar rol als klimaatbuffer kan internationaal inspireren. We sensibiliseren rond vervuiling en waterkwaliteit, samen met de rest van de ‘Maasfamilie’.

Wat zijn de grootste uitdagingen voor jullie Landschapspark?

De Maas is de grootste kans én de grootste uitdaging. Dan gaat het zeker niet alleen over de hoogwaters, maar ook over droogte. Bij lange periodes van droogte is die blauwe ruggengraat te kwetsbaar. De kwaliteit van het oppervlaktewater én de relatie tot het grondwater zijn voor alle stakeholders belangrijk: bewoners, landbouwers, recreanten, fauna en flora… Oh ja, en ook nog de 7 miljoen mensen die Maaswater drinken, maar niet in de Maasvallei wonen. Andere grote uitdagingen zijn de verstedelijkte randen van wegen en dorpen en dus de druk op de open ruimte, de toekomst van grindwinning en hun invloed op het landschap, en de draagkracht van de regio op vlak van recreatie.

Was de landbouwsector in het voorbereidend traject ook betrokken?

Via verschillende informatieavonden werd feedback van de landbouwsector op de plannen opgehaald. Daarna werd de tekst van het masterplan doorgesproken met de werkgroep landbouw, en aangepast aan hun feedback. We gingen ook samen op inspiratiebezoek en willen dat ook in de toekomst blijven doen, zeker rond het idee van een voedsellandschap. We hebben na de erkenning ook iemand aangeworven specifiek voor landbouw en landschap. We werken samen voor projecten rond korte keten, zoals ‘Straffe Kost’, en rond projecten voor erfbeplanting, zoals ​ ‘Erfgoed op het Erf’. Dat zijn concrete initiatieven, waarbij men vrijwillig kiest of men meedoet of niet.

Wat zijn de eerste acties die jullie nu gaan uitvoeren in Landschapspark Maasvallei?

We gaan de komende tijd de bewoners van de Maasdorpjes inspireren rond wonen. Er zijn prachtige voorbeelden van hedendaags wonen met respect voor de streekeigenheid. Er zijn helaas ook minder goede voorbeelden. Samen met een kennisinstelling werken we een tool uit waarbij we bewoners vanaf het begin van hun plannen praktisch kunnen inspireren. We vergeten daarbij zeker de tuinen niet.

Daarnaast zijn we dus op prospectie voor een voedsellandschap in de Maasvallei: een kleiner gebied met een waaier aan teelten, waarbij we samen met landbouwers kansen voor lokale afzet zoeken maar ook kansen voor het landschap zelf. We hebben ook een Interreg-project lopen rond ‘grenzeloos landschapstoerisme’, waarbij we o.a. lokale ondernemers extra in de kijker kunnen zetten, partners rustplekken beter kunnen inrichten, en er watertappunten langs wandelroutes komen.

Wat zijn jullie ​ plannen op de langere termijn?

Nu Landinrichting fase 2 en het Ruimtepact van de provincie goedgekeurd zijn, kijken we al uit naar de volgende stappen. Zo wordt de schaarse open ruimte tussen de Maasvallei en de Hoge Kempen bewaard, en het snoer van Maasdorpen wordt verder vergroend. Ook de beken worden hersteld. Vanuit het landschapspark zullen we daar zo veel mogelijk aan meedenken en meewerken. Zelf zijn we van plan aan netwerkvorming te doen voor de kasteeldomeinen. Dat zijn er 19, waarvan de meeste privé. En daar komt veel samen: bijzondere bomen, grachten of omgeleide beken, dreefstructuren, historische kasteelhoeves, erfgoedzorg…

Het Rivierpark Maasvallei is ook een grensoverschrijdend park. Op welke manier wordt er binnen het park samengewerkt met Nederland?

Dat gaat in ons geval heel ver. De helft van ons team is Nederlands, de andere helft Vlaams. Onze opdracht om het RivierPark Maasvallei grensoverschrijdend te ontwikkelen, is door beide oevers gefinancierd. Onze werkgroepen zijn veelal gemengd. Vorig jaar legden we nog een bus in naar de Franse rivier de Allier. Het was niet alleen leerrijk, er kwamen onderling vele grensoverschrijdende contacten uit voort. Nederland koos vooralsnog niet voor de categorie van ‘landschapsparken’. Maar via ons en de collega’s van Landschapsparken Bocagelandschap en Zwinstreek hebben ze er eigenlijk toch drie. Hoe meer naar Den Haag en naar Brussel, hoe groter de cultuur- en bestuursverschillen. ​ Er zijn ook belangrijke verschillen in wetgeving, in organisatie, in mandaat… . En jammer genoeg doen die het landschap meestal weinig goed. Een instrument als een landschapspark kan bottom-up toch verschillen proberen weg te werken ten voordele van het landschap. Ze creëren experimenteerruimte. Of Brussel en Den Haag dat nodig vinden weet ik niet, maar op het terrein is dat wel nodig.

De partners van het grensoverschrijdend Rivierpark Maasvallei ©Rivierpark Maasvallei
De partners van het grensoverschrijdend Rivierpark Maasvallei ©Rivierpark Maasvallei

Waar willen jullie staan binnen 24 jaar, in een ideaal scenario?

Als ik even mag dromen…: tegen dan is de coalitie achter het landschapspark nog steeds een even bonte club van partners van beide oevers, maar is de kennis over elkaars sector veel integraler geworden, en wordt er dus beter samengewerkt. Ook rond droogte. De visarend en de otter zijn tegen dan ook terug, omdat de natuurkernen langs de Maas beter met mekaar verbonden zijn. Er zijn actieve landbouwbedrijven. Een aantal daarvan hebben zelf gekozen voor lokale afzet, verbreding, beheerwerken… omdat ze het potentieel van het landschapspark zagen. Er zijn meer dan 2 plekken op de Rijksweg waar je een robuuste strook open ruimte hebt, waarbij je de Hoge Kempen en de Maasvallei wél kan herkennen. Liefst ben je dan ook met het openbaar vervoer gekomen. De dorpspleinen zijn tegen dan betonloos en de bewoners hebben werk gemaakt van streekeigen vegetatie. Je start er een wandel- of fietsroute, passeert klein historisch erfgoed dat in ere hersteld is, steekt een paar keer de Maas over met een veerpontje, en blaast uit bij een lokale ondernemer. En als je dat doet, laat ons dan zeker weten welke vlaai je de beste vond!

Meer informatie

 

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over Vlaamse Landmaatschappij

De NV Vlaamse Landmaatschappij is een Extern Verzelfstandigd Agentschap van de Vlaamse overheid onder de bevoegdheid van de Vlaams minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme.  

Voor de Vlaamse Landmaatschappij zijn een veerkrachtige open ruimte vol leven en een dynamisch platteland het antwoord op uitdagingen als de verstedelijking, de klimaatverandering en de achteruitgang van de biodiversiteit. We versterken de open ruimte en het platteland door te investeren in bodem- en waterkwaliteit, biodiversiteit, ruimte voor voedsel en sociale cohesie. We zorgen voor een kwaliteitsvol landschap en een gezonde omgeving, waar het goed is om te leven en te werken en waar er ruimte is voor ontspanning. 

Samen met lokale en bovenlokale belanghebbenden geven we het openruimtebeleid, het plattelandsbeleid en het mestbeleid vorm en voeren we het uit op het terrein. Zo dragen we samen met onze partners bij aan de realisatie van de Europese en Vlaamse natuur-, plattelands- en milieudoelen.

De VLM werd opgericht in 1988 en stelt ongeveer 600 personeelsleden te werk via 6 kantoren te Brugge, Gent, Brussel, Leuven, Herentals en Hasselt.

De foto's in onze perskamer zijn eigendom van de Vlaamse Landmaatschappij. Het gebruik van die foto's is toegestaan mits bronvermelding (copyright Vlaamse Landmaatschappij).

Neem contact op met